Er is altijd wel iets te beleven en mijn werkzaamheden beperken zich niet tot op het huisadres. Vele kilometers op een dag en werken op de meest vreemde plekken, maken mijn werk interessant. Ik kan me niet bedenken welke verminking ik in mijn leven nog niet voorbij heb zien komen. Gezinsdrama’s, vele moorden, zelfdodingen, natuurrampen, allemaal dingen die me hebben gevormd tot wie ik ben. De laatste 2 jaren was ik vooral druk met de plotseling overleden mensen die na hun dood in sneltreinvaart achteruit zijn gegaan. Verkleuringen, lekkages en opzwelling waren de meest zichtbare symptomen. Velen heb ik niet heel veel voor kunnen betekenen. Zwellingen kon ik verminderen door een lichaamsdrainage, maar daarna werden velen ‘verstopt’ in een bodyseal. Maar ook in deze bodyseal gaf het toch rust voor de nabestaanden, de overledene hoefde immers niet uit huis en kon nog steeds worden opgebaard op het huisadres. De gekke vlekken op de plotseling overledenen kom ik nog steeds tegen en het lijkt weer iets toe te nemen (zie mijn eerder posts, scroll tot 2 jaar terug). De belangstelling voor het boek ‘Altijd werken in emotie’ is nog altijd volop aanwezig. In dit boek beschrijf ik mijn dagelijkse werkzaamheden en neem ik je mee in de meest emotionele momenten tijdens mijn werk. Heel stiekem ben ik al begonnen aan mijn 3e boek, maar het gaat nog zeker een aantal jaren duren voordat ik deze uit ga brengen. Geduld. Op mijn website heb ik beschreven wat een bodyseal is. Mocht je geïnteresseerd zijn, kijk dan gerust op mijn website. Hier kun je tevens mijn boeken bestellen of je aanmelden voor een klinische les. Bodyseal

Altijd werken in emotie

Mijn meldingen lopen in een week best uiteen en ik rijd gemiddeld op een werkdag tussen de 300 en 500 kilometer. Voorspelbaar is mijn vak nooit, maar het over grote deel van mijn werkzaamheden bestaat toch wel uit het verhelpen van lekkages bij de overledene. Lekkages van bloed en maaginhoud die zich van binnenuit een weg naar buiten probeert te banen en die buiten de lekkage om een vervelend beeld voor de nabestaanden op hun netvlies achterlaten. Iemand die wat langer in het vak zit, die zal buiten het visuele aspect ook de lekkage herkennen aan de geur, een zure geur vanuit de maag, of de geur van het ijzer in het bloed. Als ik met een heerlijke appelbeignet aan de vers gezette koffie zit te kletsen, dan verlicht het schermpje van mijn telefoon de nog donkere keuken. Eigenlijk was het voor mij nog geen tijd om aan het werk te gaan en doorgaans neem ik de telefoon pas aan als de kleine wijzer van de klok de negen heeft gepasseerd. ‘Goedemorgen, Special Death Care, u spreekt met Edwin.’ Ik krijg maar amper tijd om deze zin uit te spreken. ‘Hee vriend, goedemorgen, ben je al wakker? Ik zou graag van je diensten gebruik willen maken deze ochtend. Het betreft een jonge dame die door zelfdoding om het leven is gekomen en het ziet er allemaal niet zo florissant meer uit. Volgens de ouders van het meisje is ze dusdanig beschadigd, dat afscheid nemen met een open kist onmogelijk wordt geacht. Volgens de politie is het hun zelfs afgeraden om nog een kijkje te nemen.’ In deze situaties komen er direct vele vragen bij me naar boven. Een – voor mij - hele belangrijke vraag is, waar het slachtoffer zich op dit moment bevindt. Ligt ze al thuis, ligt ze in een politie mortuarium, of is ze al ondergebracht in een uitvaartcentrum. Je kunt je voorstellen dat werken op een huisadres niet altijd even gemakkelijk is, echter heeft het ook wel wat. Voor de ouders is werken in een vertrouwde omgeving toch anders – en soms zelfs aangenamer - dan afwachten in een mortuarium. Daarbij kun je tijdens de opbaring direct wat meer rekening houden en inspelen op de situatie en de plaats waar het slachtoffer wordt opgebaard. Denk hierbij aan huisdieren die nog afscheid willen nemen, lichtinval van de woning die de kleur van de make-up zullen beïnvloeden, of aan de temperatuur van de ruimte waarin de overledene zich gaat bevinden. Nadat ik op de meest gestelde vragen een antwoord heb kunnen krijgen, besluit ik zo spoedig mogelijk af te reizen richting het meisje. De ouders zullen me daar thuis opvangen en daar zal ik voor hun bekijken welke opties ik ze kan bieden om nog een waardig afscheid te realiseren. Mijn vriendin ziet aan mijn ogen dat ik eigenlijk wil vertrekken en maakt een extra kop koffie die ik mee kan nemen in de wagen. ‘Moet je weg schat, kan ik nog iets voor je doen?’ Maar ze kent me, het enige wat ik wil is rijden, rijden en zo snel mogelijk kijken wat ik voor deze ouders kan betekenen. Net voordat ik vertrek hoor ik een stemmetje in mijn hoofd, een stemmetje die zegt dat je nooit moet vertrekken zonder tegen diegene die achterblijft te zeggen wat je voor deze persoon voelt. Ik geef een kus op haar voorhoofd en zeg tegen haar dat ik van haar hou. De beker koffie mee in mijn hand, autopapieren, de telefoon en natuurlijk zakgeld voor een broodje onderweg. Niet gestrests, maar wel met lichtelijke spanning stuur ik de grote gele wagen richting het huisadres op ongeveer 150 kilometer afstand van mijn woning. Als ik begin te rijden dan zijn de eerste kilometers meestal zonder muziek. Ik bedenk dan alvast wat ik aan zou kunnen treffen en hoe ik daar mee om zal gaan. Daarna komt er een traject waarbij ik met muziek in de wagen mijn traject vervolg. Hoe dichter ik het eindpunt nader, hoe stiller ik het wil hebben. De radio gaat uit, maar mijn linker zijruit gaat wat open. Het geeft me het gevoel dat ik me beter kan concentreren als ik de buitenwereld om me heen kan horen, waarschijnlijk flauwekul om dit te denken, maar het voelt fijn en het geeft me rust. Ik zou het heel vervelend vinden als de nabestaanden de drukte in mijn hoofd zouden ervaren en daarom probeer ik zo rustig mogelijk op ze over te komen. Een wervelwind in mijn hoofd heeft de familie niks aan, ze willen hulp en gehoord worden, dat is iets wat ik in al mijn jaren wel heb geleerd. Een luisterend oor doet soms meer dan een gehele lichaamsreconstructie. Nog 400 meter dan zal ik mijn bestemming bereiken. Mijn hartslag gaat omhoog, het zijraampje nog iets verder open en laat het gas los om het geluid van de wagen iets te reduceren. In de straat is een hoop 'gedoe', niet negatief bedoeld, maar het valt me op dat juist in deze straat buurtbewoners meer in de tuin aan het werk zijn dan in de omliggende straten. Gelukkig is er voldoende ruimte om de wagen te parkeren en parkeer de wagen zo dat het zicht vanaf de straat en richting de woonkamer iets wordt beperkt. Niet iedereen hoeft te zien wat er zich in de woning gaat afspelen, want dat er een hoop emotie bij komt kijken hoef ik je niet uit te leggen waarschijnlijk. Ik loop via het tegelpadje naar de voordeur van de woning en door gebrek aan een deurbel tik ik voorzichtig op het grote raam van de woonkamer. Seconden lijken minuten en mijn hart klopt sneller dan dat ik gewend ben. Het tikken op het raam heeft er niet voor gezorgd dat iemand de deur open gaat doen en omdat ik toch graag naar binnen wil besluit ik om rondom de woning heen te lopen. Als ik de schuttingdeur open, zit er een man en een vrouw op een bankje in de tuin. Niet naast elkaar, maar ieders op een hoek waardoor er een grote afstand tussen deze twee personen is ontstaan. Beiden zitten ze in de zon, maar in dit geval weet ik dat zittend in de zon er voor hun een donkere schaduw zal zijn. Heel even twijfel ik of ik wel op het juiste adres ben, maar aan de gezichten van beiden is de emotie af te lezen en verdwijnt mijn twijfel per direct en spring ik automatisch op de stand om deze mensen te gaan helpen. Het hoeft niet een mooi verpakt welkom te zijn en een hand geven (aanraking) is op deze momenten niet altijd gewenst. ‘Ik kom jullie helpen', de woorden waarmee ik meestal mijn gesprek start. ‘Mag ik van jullie weten wat jullie relatie is tot het meisje?’  De dame neemt het woord en vertelt me dat ze de ouders van het meisje zijn. Direct nadat ze het me heeft verteld barst ze in tranen uit. Ik kijk naar de vader, hij zit statig rechtop met ogen die – als het zou kunnen - dwars door de schutting heen kijken. Ik voel nu al dat dit een hele lastige gaat worden. Als de ouders onbereikbaar lijken, dan moet ik proberen hier doorheen te breken en toch daar te komen waar ik wil zijn. ‘Is ze bij jullie thuis en vinden jullie het goed als ik even bij haar ga kijken?’  De vader blijft onbereikbaar en ik vraag me zelfs af of hij me wel hoort praten. Ik loop wat dichter naar hem toe en ga op mijn knieën voor hem zitten. Mijn grote hand leg ik op zijn knie en knijp er zachtjes in terwijl ik tevens wat aan zijn been schud. Door deze actie lijkt hij ‘wakker’ te schudden en verontschuldigt zich met waterige ogen voor zijn afwezigheid. Moeders gaat staan en wijst me de weg, maar geeft direct aan dat ze absoluut niet mee naar binnen wil. ‘Onze dochter staat in de woonkamer, sorry voor de rommel, ik had nog willen stofzuigen en de afwas willen doen, maar ik durf niet in de woning.’  Dat wat ze zegt hoor je vaker, een verontschuldiging die niks te maken heeft met de overledene, maar die ze wel denken te moeten uitspreken uit schaamte ofzo. Ik laat beide ouders alleen en ga op zoek naar het meisje. Op het aanrecht staan hooguit twee kopjes en rommel is nergens te vinden, wat betreft de chaos viel het allemaal enorm mee. In de woonkamer staat een kist, geen bijzonder kist, maar een standaard kist met gesloten deksel. Opnieuw gaat mijn hartslag iets omhoog, want ik ben erg benieuwd wat ik bij het openen van deze kist ga aantreffen en hoop zo van harte dat ik deze ouders iets ‘terug’ kan geven waardoor het hun verdriet zal verzachten. Ik grabbel wat in mijn broekzak en haal er twee handschoenen uit tevoorschijn. Beetje rondkijkend in de kamer begin ik met het losdraaien van de knoppen waarmee deze kist gesloten is. ‘Ja, daar ga ik de deksel neer zetten' en til de deksel uiterst voorzichtig van de kist. Nadat ik de kist heb geopend werd het me direct wel duidelijk, hier was voor mij niet veel meer haalbaar. Ik merk bij mezelf de teleurstelling en in dit geval is er geen high-five aan het eind, maar zal ik vertrekken met een zwaar en teleurstellend gevoel. Ingewikkeld omdat ik zó ontzettend graag iets geef waardoor het verdriet – al dan niet tijdelijk – iets naar de achtergrond verdwijnt, maar bij dit meisje heb ik op dit moment geen idee hoe ik dat moet bewerkstelligen. Ik sluit opnieuw de kist en zonder de knoppen aan te draaien en met best wel zware benen loop ik terug naar de ouders. Ik haal diep adem en met mijn ingeademde lucht zal ik de woorden uitspreken die me zwaar gaan vallen en voor de ouders absoluut niet zijn wat ze hopen te horen. De ouders zitten nog op dezelfde plek en ik ga tussen ze in staan. ‘Het spijt me', dat waren de woorden die ik met waterige ogen tegen ze zei. ‘Ik kan veel, heel veel, maar ook ik heb mijn grens. Ik zie technisch geen mogelijkheden waardoor ik uw dochter aan u kan laten zien, tenminste niet op de manier zoals u heeft aangegeven.’  En dan gebeurt het waar ik al zo bang voor was. Moeders begint te krijsen, gillen, grommen, slaan, alles wat lijkt op een wild beest showt ze me in deze tuin. En vader? Vader zit nog steeds op het hoekje van de bank, ook zijn reactie beangstigt me omdat ik niet weet wat er straks staat te gebeuren. Ik loop naar de moeder toe en sluit haar in mijn armen, ‘sssssttt sssstttt ssssstttt, kijk me eens aan, ik kan technisch niet veel meer, maar ik heb niet gezegd dat ze niet bij jullie kan blijven, ze is hier nog gewoon in de woonkamer en daar hoeft ze wat mij betreft helemaal niet weg.’ Voordat je door kunt dringen bij iemand die zo van de kaart is gaan er minuten voorbij, minuten die uren lijken te zijn en op deze momenten hoop je dat vader het gedrag van deze moeder niet zal kopiëren. ‘Ik wil het niet, ik wil het niet, mijn kleine meid zo helemaal alleen, waarom waarom waarom?’ Ze stelt me vragen waar ik geen antwoord op heb, maar ze geeft me hiermee wel een idee waar ik iets mee zou kunnen. ‘Heeft u iets wat haar erg dierbaar was, iets wat we haar mee kunnen geven en waarbij u het gevoel heeft dat ze niet alleen is? U kunt vast wel iets vinden en als u het op prijs stelt, dan lopen we samen even naar binnen om iets uit te zoeken.’ Vol twijfel, maar erg dapper betreedt ze samen met mij het huis waarin haar verminkte dochter ligt. Vader blijft onveranderd op het bankje zitten en schijnt het allemaal nog niet te bevatten. Wat ga ik doen, laat ik vader hier alleen achter, of moet ik moeders alleen het huis laten betreden? Maar moeders laat me niet veel keus en loopt al richting de keuken nog voordat ik voor mezelf een keuze heb kunnen maken.  Zonder een blik in de kamer te werpen loopt ze via de trap naar de kamer die voorheen waarschijnlijk de slaapkamer van het meisje is geweest. Ze heeft niet veel tijd nodig en nog voordat ik er erg in heb in heb komt moeders aanlopen met een grote knuffelbeer, ‘dit is de beer waarmee ze altijd lag te slapen, vindt u het goed als we deze dan bij haar in de kist gaan doen?’ Spontaan verschijnt er een glimlach op mijn gezicht. ‘Mevrouw, geef mij nog 15 minuten, dan kan ik waarschijnlijk nog iets realiseren waardoor u zich iets minder ongelukkig gaat voelen.’  Samen met de beer ga ik naar het meisje, leg deze in haar verminkte armen, maar op een manier waarop haar (nagenoeg ongeschonden) hand de beer stevig vast heeft. Ik schiet wat foto's en bewerk deze tegelijkertijd met wat trucjes. Wazig filter, sepia kleurinstelling en bijsnijden totdat er uiteindelijk een prachtige foto ontstaat.  Voordat ik met deze foto richting de ouders loop, kijk ik nog even goed in de kist of ik niks over het hoofd heb gezien waardoor er toch een fysiek afscheid mogelijk zou zijn. Wellicht is er iets creatiefs te bedenken, maar mag niet vergeten wat de ouders me bij binnenkomst hebben gezegd. Heel duidelijk hebben ze aangegeven niks van de verminking te willen zien. Dat respecteer ik en wil daar uiterst zorgvuldig mee omgaan.  Als ik via de keuken naar de ouders toeloop, hebben ze elkaar stevig vast. De ruimte die een uur geleden nog tussen deze twee mensen aanwezig was, die ruimte is volledig verdwenen. Een beeld als deze geeft me rust, het laat zien dat ze er op dit moeilijke moment toch voor elkaar kunnen zijn. ‘Ik ben een beetje creatief geweest, maar denk jullie toch iets te kunnen geven wat de pijn wellicht iets kan verzachten. Misschien een beetje stout, maar ik heb er een foto van gemaakt en deze zou ik dolgraag aan jullie willen laten zien.’  Beiden zeggen ze niks en de enige reactie die ik aan ze merk is dat ze elkaar nog iets steviger vastpakken. Zonder elkaar aan te kijken zegt de vader dat hij het toch wel graag wil zien. ‘Je belooft mij dat ik niks, maar dan ook niks zie van de verminking?’ Ik zie aan de blik waarmee hij dit richting mij uitspreekt twee dingen, de eerste is de wens om iets van zijn dochter te zien, de andere blik is dreigend om mij duidelijk te maken dat ik hem niet confronteer met een beeld waar hij in de nacht wakker van zou kunnen worden. Prachtig is misschien een verkeerd woord in deze situatie, maar ondanks het verdriet bracht deze foto tranen van geluk. Het voelt super goed om families minder ongelukkig te kunnen maken. Meer ware gebeurtenissen staan in mijn eerste boek 'Alijd werken in emotie'

Boeken Edwin Spieard 

Meer dan 1000 slachtoffers hebben we kunnen identificeren na de aardbeving in Turkije 2023. Een week lang hebben we met ons team tussen de ingestorte gebouwen gezocht naar slachtoffers van deze ramp. Na onze missie hebben we al onze gereedschappen en materialen achtergelaten voor andere teams die ons hebben afgelost. We waren op, moe, vies en emotioneel op het randje. Nu bijna een jaar later zijn er een aantal leden van ons team opnieuw afgereisd naar Turkije en hebben daar gezocht naar onze overgebleven materialen. Samen met de plaatselijk brandweer zijn alle gevonden materialen opgeslagen en via donoren is er inmiddels gezorgd dat een transporteur onze materialen naar onze home-base in Duitsland heeft gebracht. In de eerste week van 2024 zullen we al deze materialen reinigen, archiveren en aanvullen waar nodig. Ongetwijfeld zullen de herinneringen weer boven komen en zal de emotie ons opnieuw te pakken krijgen. Maar ik kijk er enorm naar uit weer met het team bezig te zijn en samen terug te kunnen kijken op een waardevolle missie. Mocht onze (gratis) hulp opnieuw ergens nodig zijn, dan bieden wij ons graag aan. 

Aardbeving Turkije Special Death Care

Jeugdig overmoed of de link niet leggen? Ik piste zowat in mijn broek van het lachen. Ik krijg een digitale kerstkaart toegestuurd, waarop staat ‘Prettige Feestdagen’ met daaronder de tekst: Hee Edt, is dit jouw auto? Geweldige foto, het verzorgingshuis gefotografeerd als romantisch plaatje, met op de voorgrond mijn voormalige ambulance. De tekst ‘Special Death Care’ is niet mee gefotografeerd, maar de wagen is dus wel zo herkenbaar dat ik er een bericht over krijg. Hele fijne feestdagen dan maar, ook vanaf mijn kant 😉

Les Special Death Care

Waarom vind ik de wereld toch zo ruk? Ik probeer voor mezelf te begrijpen waardoor mij het gevoel bekruipt, dat ik me in deze wereld niet meer thuis voel. Alsof alles nep is, te gehaast en onwerkelijk. Een foto waarvan ik vroeger dacht dat het een moment opname was van een bestaand iets, kan tegenwoordig een gefabriceerd shotje zijn, ontstaan uit ‘nep’ nulletjes en eentjes, die samen een plaatje hebben gemaakt. Een plaatje die niks met de werkelijkheid te maken heeft en gefabriceerd is om mij verder in de war te brengen. Warm zitten in huis is tegenwoordig onbetaalbaar en het voedsel dat ik al tientallen jaren eet blijkt ongezond te zijn. Er was ook een dame die mij een vieze egoistische ongevaccineerde noemde. Mij niet laten vaccineren was met een persoonlijke reden. Ik wilde mijn bloedspiegel zuiver houden, zodat er bij controle een onaangetast bloedbeeld over het verloop van mijn ziekte aan mij getoond zou worden. Dat ik daardoor bij vrienden, restaurants en winkels niet meer welkom was, dat nam ik dan maar op de koop toe. Maar voelde ik me genaaid? Jazeker, nog steeds. En dan die Hugo, huis aan huis, arm aan arm, iets in die strekking waren zijn woorden, tis toch walgelijk. Waarschijnlijk heeft hij geen idee gehad hoeveel dood geboren kinderen ik ineens op mijn tafel kreeg. Laten we het maar niet gaan hebben over het aantal plotselinge overlijdens en de mega oversterfte wereldwijd. In elke geval geen onderzoek naar doen, ben je mal. Dat hele gedoe met mondmaskers, dat was toch ook hilarisch? Er bestond een werkend medisch mondmasker, maar als je die zou gebruiken in het openbaar vervoer, dan kreeg je een boete, wuahahahaha, wat een wereld. Ach, wat betreft het financiële gebeuren…. Kan ik kort over zijn. De regering geeft wat uit, hier een beetje, daar een beetje, alles voor een goed doel. Dat er daarmee een beetje geld gemorst wordt, dat schijnt niet echt een probleem te zijn. Het zou zo mooi zijn, dat het geld wat is verdwenen alsnog naar (bijvoorbeeld) de zorg zal gaan. Om mij heen sluiten hier op het platteland de ziekenhuizen en moeten mensen kilometers ver reizen om voor de juiste zorg in aanmerking te komen. We verbranden wat dure diesel of benzine en worden aan de andere kant gestraft omdat we te vervuilend bezig zijn. Maar het is niet allemaal negatief hoor. Er is ook een periode geweest waarin ik over al deze dingen niet heb hoeven na te denken. Na de aardbeving in Turkije heb ik geen seconde getwijfeld of ik daarnaartoe zou willen. Mijn gratis hulp aanbieden en in een wereld terecht komen waarin niemand zich druk zou maken over de dingen die ik hierboven beschreef. Iedereen besefte dat we elkaar nodig hebben om ergens te komen. En zo was het. Nergens, maar dan ook echt nergens heb ik zo veel verdriet, liefde en samenwerking gezien als tijdens de bergingswerkzaamheden na deze verwoestende ramp. De warmte van het vuur deelden we met iedereen die koud was. Geld werd niet over gesproken en je broodje trok je in twee stukken om het te verdelen over twee kinderen die met blote voeten over de overgebleven puinhopen strompelden. Het gevoel om overal alleen voor te staan - en je dagelijks genaaid te voelen - dat gevoel verdween in Turkije als sneeuw voor de zon. Je werkte samen met wildvreemde mensen en bood ze alle hulp die je ze kon bieden. Het is erg confronterend (en verdrietig) te realiseren dat er een megaramp moet gebeuren om de echte wereld weer te ontdekken. Een wereld waarin je elkaar helpt, ervoor mekaar bent en waarin je geen geregisseerde beelden krijgt te zien, die niks met de werkelijkheid te maken hebben. Het boek dat ik heb geschreven over mijn week in Turkije heb ik opgedragen aan de Turkse en Syrische bevolking. Spijtig dat er zoveel verdriet voor nodig moest zijn, om mij te laten beseffen dat menselijkheid nog bestaat. Meer over mijn boek ‘Als de dood begint te ruiken’ vind je hier: boeken (specialdeathcare.nl)

Aardbeving Turkije Special Death Care

‘Nou, dit is dus wat ik bedoel. Edwin is niet altijd subtiel in zijn bewoordingen’. Heel even word ik aan de kant gezet door de ondernemer. Het voelde als een messsteek ergens achter in mijn rug en wilde het liefst in de verdediging schieten. Een nabestaande neemt het voor me op. ‘Edwin heeft bij binnenkomst aangegeven dat zijn advies eerlijk en open besproken zal worden. Dat komt soms even hard aan, maar het geeft ons wel de mogelijkheid een juiste keus te maken, zonder de dingen mooier te benoemen dan dat ze zijn.’ Ik zeg maar even niks en wacht wijs af tot het gesprek tussen de ondernemer en de nabestaanden is beëindigd. Eerlijk is eerlijk, ik voelde me wat onder gewaardeerd/ aangevallen door deze ondernemer. Het zal niet zo bedoeld zijn en waarschijnlijk was het voor deze ondernemer een manier om zichzelf te verontschuldigen voor mijn directheid. Ik draai het om, ik ben gevraagd deze nabestaanden te helpen omdat de kennis van deze ondernemer (op dit moment) iets achterbleef. Mooie praatjes verkopen en valse hoop geven is nou eenmaal niet mijn ding en benoem graag de opties die ik kan bieden. Weken later kreeg ik een print-screen van een app gesprek tussen deze ondernemer en de nabestaanden. Een gesprek waarin de uitvaartondernemer wordt bedankt voor het inhuren van mij als persoon en de familie mij hartelijk bedankt voor het (door mij) begeleiden op een natuurlijk en deskundige manier. Bij het lezen verschijnt er een glimlach op mijn gezicht en besef me opnieuw, dat een ondernemer vaak meer ‘problemen’ heeft met mijn communicatie, dan de nabestaanden. Ik denk dat ik mijn omgang met nabestaanden (en hun dierbare) perfect heb omschreven in mijn boek ‘Altijd werken in emotie’. Ben je benieuwd hoe ik omga met overledenen en hun nabestaanden? Kijk dan gerust op mijn website bij de button 'boeken'

Les Special Death Care

Het is niet alleen dood en verderf wat ik dagelijks onder ogen krijg. Tussen het werken door heb ik ook een privéleven. Een ritje naar Duitsland waar ik mijn vrienden bezoek en waar de grote verhalen het liefst meerdere keren worden verteld. De gemiddelde leeftijd van Saam, opa en mij ligt op 74 jaar, maar als we samen zijn dan komen de kwajongensstreken weer bij ons naar boven en genieten we van de simpele dingen om ons heen. Als opa de oude poes een beetje koffiemelk heeft gegeven en Saam de vogels heeft voorzien van pindakaas en strooisel, strijken we neer in de schuur. Er is altijd iets te kletsen, stoere verhalen van opa die vroeger heeft gevaren, of Saam die iets verteld over zijn tijd op de universiteit in Delft. Een stilte is er nooit, we luisteren aandachtig naar elkaar en mopperen over het feit dat alles om ons heen zo vreselijk duur is geworden. Het is fijn om even uit de wereld van het verdriet te zijn, te kunnen lachen om opa’s scheet en gewoon even niet bezig te zijn met mijn werk. Als even later mijn telefoon gaat en ik te horen krijg dat een uitvaartondernemer mijn hulp nodig heeft, spring ik 10 minuten later in de wagen om te kijken wat ik voor deze nabestaanden kan betekenen. Aangekomen in het uitvaartcentrum, zoek ik de overledene waarvoor mijn hulp gewenst is. In de ruimtekoeling staan vele overledenen en mijn gedachten dwalen af naar het hoge sterftecijfer van afgelopen 2 jaar. Ik schuif wat tussen deze overledenen door en lees op de enkelbandjes de namen van deze overledenen en zie tegelijkertijd hun geboortedatum. Velen van hun hebben de gemiddelde leeftijd van Saam, opa en mij niet eens mogen behalen. In de hoek van deze koeling staat een oude man, ik kijk op zijn enkelbandje en lees daar dezelfde naam als de naam van opa. Op dat moment was er een fractie van een seconde een piepklein conflict in mijn hoofd. Zo raar om bij opa weg te komen en zijn naam vervolgens op een overledene te lezen. Maar het bracht ook weer iets moois. Rondkijkend in deze ruimtelijke koeling en beseffen dat hier een schat aan herinneringen en verhalen ligt, die gedachte laat me glimlachen en beseffen dat ik tussen de overledenen net zo goed op mijn plek ben als in de schuur bij opa. Mijn werk doe ik met liefde, respect en passie voor de overledenen en dat me dat een goed gevoel geeft, dat is waarom ik dit werk al meer dan 20 jaar met plezier doe.

Special Death Care