‘Meneer, bent u wel eens bang? Bang voor de overledene, dat er een arm gaat bewegen, of dat ze ineens gaan zitten. Ik heb dat wel eens gehoord, dat ze rechtop gaan zitten, of dat ze zuchten. Stel je voor dat je een koelcel opent en er ineens iemand naar je roept of dat de kist opent, dat is toch eng?’ Ik pis bijna in het broek van het lachen. ‘Meid ik ben banger voor onze eigen overheid, dan voor een overledene. Laat je niks wijs maken en laat de angst voor een overledene los. Geef ze de liefde en het respect dat ze verdienen en je zult zien, een overledene heeft minder verrassingen dan ons kabinet….’ Nu was het haar beurt om bijna in de broek te pissen van het lachen.

Edwin Spieard - Special Death Care

Soms hakt het er even in. Ik zou liegen tegen mezelf als ik zeg dat deze niet bij me binnen kwam. Zo erg dat ik de wagen even aan de kant moest zetten om de enen en nullen in mijn hoofd weer op de juiste plaats te zetten. En waar komt dit nou door, een gedachte die ik op de parkeerplaats probeer een plekje te geven. Misschien is dat wel een van de lastigste dingen van het alleen werken. Niet even na kunnen praten over de overweldigende emoties die op mijn pad kwamen. Een melding waarvan ik er al tientallen – zo niet honderden – van heb gehad, mij vandaag toch even verplichten mijn hoofd leeg te maken aan de kant van de snelweg. Op grote afstand van mijn woonomgeving is een man tijdens een tragisch ongeval omgekomen. Het mortuarium waar deze man is binnen gebracht heeft het advies gegeven om hem niet meer te zien. Zijn gezicht is dusdanig beschadigd, waardoor hij onherkenbaar is geworden. De uitvaartleider die belt, weet uit het verleden dat ik altijd riep: ‘Past het gezicht door een brievenbus, dan is de uitdaging groot, maar acceptabel.’ Ik grinnik wat in mezelf als ik deze woorden uit de mond van deze dame hoor komen. Ze had gelijk, het is iets wat ik altijd heb geroepen, geen uitdaging is me te gek. Na een paar uur rijden over de Nederlandse wegen denk ik terug aan de tijd waarin de noodmaatregelen rondom het Corona Virus er mede voor hebben gezorgd dat files niet meer van deze tijd waren. Nu sta ik stil op de snelweg, mensen kijken nieuwsgierig en geïnteresseerd naar mijn gepoetste wagen. Tenminste, dat is wat ik denk. Aangekomen bij het uitvaartcentrum staat een leger van nabestaanden mij al op te wachten. Ik groet en vraag of het akkoord is dat ik eerst een kijkje neem bij het slachtoffer, om daarna een plan van aanpak met ze te bespreken. Als ik de bodybag open, zie ik wel verminkt hoofd, maar zie tegelijkertijd ook vele kansen om een open opbaring te realiseren. Al dan niet tijdelijk, maar afscheid nemen van deze man gaat absoluut lukken. Met wat kunst en vliegwerk zorg ik binnen 10 minuten dat het model van zijn gezicht weer een beetje een gezicht is. Beetje raar uitgelegd, maar jullie begrijpen wel wat ik bedoel. Terug in een mooie grote en tevens ietwat romantische ruimte, zit de familie ineen gedoken met wat koffie en thee. De kopjes staan op tafel, maar er is niemand die er van drinkt. De spanning is te hoog, niemand die trek heeft in iets gezelligs. Vinden jullie het goed als ik erbij kom zitten?’ Bijna alle hoofden gaan omhoog, waterige ogen, doorlopen make-up en snikkende geluiden is wat ik opmerk. Omdat me nog niet duidelijk is hoe de samenstelling van het gezin is, richt ik me met mijn verhaal op de gehele groep. ‘Laat ik eerlijk zijn, op dit moment ziet hij er niet prettig uit, maar ik heb al een heel klein beetje voorwerk gedaan, waardoor jullie nu al naar hem toe kunnen. Een hand vast houden, een streel over zijn benen, het aanraken van zijn borst hoeft geen belemmering te zijn. Zijn gezicht heb ik afgedekt en indien gewenst zal ik langzaam toewerken naar een volledige confrontatie. Ik stel voor de groep te splitsen, in mensen die hem nu direct willen zien en in een groep die naar hem toe wil als hij gereconstrueerd en gekleed is.’ Op dit moment stijgt de spanning nog een niveau hoger. Bij de nabestaanden, maar ook bij mij. Dit zijn hopeloos zware momenten, alsof je opnieuw moet leren lopen, bang zijn dat je de controle gaat verliezen, niet wetend wat er straks gaat gebeuren. We lopen langzaam richting de verzorgingsruimte waar deze man ligt opgebaard. Mensen die elkaar ondersteunen en op elkaar leunen. Hoger als dit zou de spanning niet kunnen stijgen. Net voordat ik de deur open, wacht ik tot een ieder is aangekomen. Ik ga bewust een beetje dominant staan, even doordringen met wat ik ga zeggen. ‘Ik laat jullie niet langer in spanning. Achter deze deur ligt jullie dierbare. Wat je krijgt te zien is een kille ruimte, een wasbak, TL verlichting en een metalen tafel waar meneer ligt opgebaard. Hij is gekleed in een blauw operatie jasje, blote benen en zijn gezicht heb ik – al dan niet tijdelijk – afgedekt. Als ik deze deur open, worden jullie direct geconfronteerd met de overledene.’ Niemand die iets zegt, wat ik zie is dat ze elkaar steviger vastpakken en dat de ademhaling bij velen stokt. Nu niet langer wachten, doorpakken. Dat is wat ik op dat moment dacht. Ik pak de deurklink beet en open de deur langzaam naar ons toe. Een van de dochters brengt haar handen naar haar gezicht. ‘Het is ons pap, het is ons pap.’ Nog voordat een ieder de ruimte heeft kunnen betreden wordt er geschreeuwd en gehuild. Ook door mensen die het slachtoffer nog niet hebben gezien. Ik schraap mijn keel en merk dat de warmte mij te pakken krijgt. Ik passeer de groep die nog naar binnen moet en ontferm me over de dochter die door haar emoties de werkelijkheid dreigt te verliezen. Misschien een beetje te hard, maar knijp haar in haar arm om haar even weer op de aarde terug te brengen. Ineens neemt mijn harde kant mijn lichaam over, ‘dapper zijn Edwin, de familie rekent op je steun’. Dat was het stemmetje in mijn hoofd die er voor zorgde dat ik er voor ze kon zijn. Als alle dierbaren in een kring om het slachtoffer staan, houden ze allemaal op hun eigen manier iets van het – nu nog warme - lichaam vast. Langzaam werk ik toe naar de volledige confrontatie. Stapje voor stapje zal het gezicht meer en meer getoond gaan worden. De dochter houdt de hand van haar vader stevig vast, haar andere hand ligt op zijn kapotte schouder. Sommigen sluiten hun ogen, andere kijken vol spanning naar wat te krijgen te zien. Voor de duidelijkheid, het is op vrijwillige basis. Ieder die hier nu in deze ruimte is, heeft voor zichzelf besloten hierbij aanwezig te zijn, niemand wordt gedwongen om deel te nemen aan deze zware confrontatie. Eigenlijk ging het best goed. Ieder had de kracht en bleef tot het volledige gezicht werd getoond in deze ruimte. Gek, maar er ontstond tevens opluchting. Maar nu kwamen de vragen. De vragen als het waarom, hoe en wanneer. ‘Waarom hij, hoe heeft het kunnen gebeuren en wanneer kwam hij aan zijn einde? Was het een langzame of directe dood?’ Allemaal vragen die ik niet zou kunnen beantwoorden. Ik besluit me te focussen op de dingen die ik wél voor ze kan betekenen en ga in gesprek over een plan van aanpak. Op mijn voorstel om een reconstructie te starten en daarna eventueel gezamenlijk te verzorgen wordt unaniem positief gereageerd. Als drie uur later de overledene verzorgd, gekleed en herkenbaar in een aula staat, krijgen ook de andere belangstellenden uitgebreid de tijd om geconfronteerd te worden met het grote verlies. Ook hier vertel ik voordat we de ruimte betreden wat ze krijgen te zien als ze de ruimte gaan betreden. De ruimte waarin een uit hun leven gerukte dierbare ineens in een houten kist ligt opgebaard. Er was geen ruimte geweest om afscheid te nemen toen vader naar zijn werk vertrok. Iemand uit de groep zegt dat ze spijt heeft hem vanochtend geen knuffel te hebben gegeven, maar spijt komt altijd te laat. Langzaam en oplettend open ik de deur. Tot aan de overledene is het vanaf hier nog zeker 10 meter tot aan de kist. Op dit moment is het lichaam van de man nog niet zichtbaar, maar deze afstand is voldoende om de andere dochter volledig overstuur te maken. Bij het zien van de kist zakt ze gillend in elkaar, het geluid wat deze grote ruimte vult is niet te missen hard. Dit heeft impact op de anderen, sommigen deinzen terug en lopen de ruimte uit, andere doen juist een stap extra om bij haar vandaan te komen. Ieder kiest voor zichzelf, het meisje schuif ik snel een stoel onder haar billen en probeer te inventariseren hoe het met de rest van de groep gaat. Plots staat het meisje op, met grote stappen gaat ze richting haar vader. ‘Nee! Nee! Nee!’ schreeuwt ze door de ruimte. ‘Het is een pop, toe! Het is een pop. Vader leeft, dit is niet mijn vader.’ En nog emotioneler dan ze al was schreeuwt en krijst ze om haar ongeloof te uiten. Een oudere man wenkt met zijn hoofd om me min of meer te commanderen dat ik iets met haar moet gaan doen. Maar wat kun je doen met iemand die zo van streek is, met haar armen zwaait en de neiging krijgt de gehele kist met daarin haar vader om te kieperen? Tweestrijd in mijn kop, ik heb de zakelijke en de emotionele kant niet helemaal op een rij. Eigenlijk wil ik janken, maar weet dat er van me wordt verwacht dat ik het een en ander ga bijsturen om de rest van de nabestaanden ook de kans te geven om het gemis tot hun door te laten dringen. Het meisje roept en schreeuwt met ogen die kijken, maar niets zien. Onbereikbaar en elke aanraking slaat ze van zich af. Ik heb kippenvel over mijn gehele lijf, mijn shirt plakt aan mijn rug. Toch kies ik voor de zakelijke kant en neem haar even mee bij haar vader vandaan. Gelukkig word ik bijgestaan door de oudere man. Ik had geen idee wat de relatie van de oudere man met het slachtoffer was, maar ben nog steeds dankbaar dat hij op dat moment zo sterk was om me te helpen het verdriet van de dochter een beetje in het gareel te houden. Als we later met z’n allen nog even een soort van nagesprek hebben, benadruk ik nogmaals dat de overleden man elke dag een stukje van zijn conditie zou inleveren en dat de kans bestaat morgen niet meer toonbaar te zijn. Ook zijn temperatuur zal de volgende dag rond de 4 graden zijn en niet meer de warmte hebben die hij nu nog kan ‘geven’. Als advies geef ik mee om vandaag met z’n allen bij hem te blijven. Streel hem als daar behoefte aan is, praat tegen hem en met elkaar. Morgen zal het waarschijnlijk een ander beeld en gevoel zijn. Buiten is het inmiddels donker. Ik heb nog een paar uur te rijden en probeer het geluid van het meisje uit mijn kop te krijgen. Mijn ramen heb ik er bij open, de kachel op maximaal en met ogen die alleen oog hebben voor de weg zie ik verder niets. Ik stuur de wagen naar een parkeerplaats en loop er een aantal rondjes omheen. Jeetje mina, het was me mijn dagje wel, sodeju! Meer waargebeurde verhalen in mijn boek 'Altijd werken in emotie'

Edwin Spieard - Special Death Care

Mijn transportbak voor overledenen is naar jaren trouwe dienst nu zelf overleden. Best een bijzonder fenomeen. Je ziet het niet, het heeft van zichzelf geen geur, maar je kunt het horen, voelen en zijn kracht is onvoorstelbaar groot: de wind. Landelijk wonen heeft zijn charme, maar als het hier waait, dan spookt het echt. Angstaanjagende geluiden, het klapperen van de pannen op mijn dak tezamen met het gieren van de wind tussen de grote bomen bezorgen me met regelmaat een onrustige nacht. Zo ook de laatste storm, windveren die als lucifers worden weggeblazen en omgevallen bomen die voor veel chaos en ellende zorgen. Maar hoe hilarisch is dit? Een afgeschreven transportbak die jaren is gebruikt om een overledene te vervoeren na een ernstig ongeval, is nu zelf letterlijk en figuurlijk bij een ongeval betrokken. Ondanks de wazige foto, vond mijn dochter Kimberley het een prachtig plaatje, eentje uit een film. Nu al beroepsdeformatie? En voor de twijfelaars…. Deze kist/ bak/ box is leeg, jawel :)

Special Death Care

Bloed, wat je ziet is een slangetje met bloed, mijn arm en mijn zwart shirt. In de rechter kamer van het hart heb ik een canule ingebracht, om bij deze overledene het bloed uit het hart te zuigen om daarmee de donkere verkleuring in het gelaat– die is opgetreden na reanimatie – te verwijderen. Het gaat me er hier niet om hoe deze behandeling nou precies in zijn werk gaat, maar wil jullie graag laten zien dat bloed niet altijd de kleur heeft die je zou verwachten. Rood is zuurstofrijk, donker is zuurstofarm. Afgelopen maanden is het wel wat donkerder dan ik gewend ben en lijkt het veel dikker te zijn. Het plakt/ kleeft aan mijn gereedschap en veroorzaakt in de overledene met enige regelmaat een soort van donkere eilandjes (zie mijn eerdere post). Nu zullen er waarschijnlijk een hoop mensen reageren over de oorzaak van dit donkere bloed, maar daar is het me niet om te doen (en laat ik me niet over uit). Ik wilde jullie gewoon even weer mee nemen tijdens mijn werkzaamheden en jullie laten weten waarvoor ik word ingezet. Ik deel immers graag mijn kennis. Nieuwsgierig naar mijn les? Slechts €29,- per persoon en niets geleerd is niet betalen. Voel je welkom! Voor meer informatie over de lessen kijk je gewoon op mijn website, hoe simpel kan het zijn? http://specialdeathcare.nl/voorlichting

Bloed - Special Death Care

Echt diep respect, dat is wat ik voor hem heb. Hij is niet meer de jongste en gekscherend noem ik hem de Muppet, 1 van de oude mannetjes die daar boven op het balkonnetje zit te babbelen. Hij is de man die door zijn uitstraling en verhalen je absoluut een glimlach gaat bezorgen. Een beetje de komiek van het pand, maar een komiek die weet wanneer hij nabestaanden met open armen en een warm gevoel moet ontvangen. Omdat mijn vakgebied best specialistisch is, rijd ik relatief veel kilometers om nabestaanden minder ongelukkig te maken, en overal word ik hartelijk ontvangen. Maar als ik richting Hoogezand stuur, dan ontstaat er toch iets van blijdschap in mijn hoofd. Al is het midden in de nacht, al is het kerstavond of zondag, altijd, maar dan echt altijd heeft hij een gehaktbal voor de mensen die werkgerelateerd een bezoek brengen aan zijn pand. Je mag zelfs kiezen, mayo, ketchup of mosterd. Wat ik zei, diep respect voor iemand die zich al zo vele jaren inzet om ook de mensen die werkzaam zijn in de uitvaart een warm welkom te geven. Ik hoop je nog een tijdje te mogen ontmoeten vriend, Herman bedankt!

Edwin Spieard - Special Death Care

Leven na de dood, tis niet zo ver van mijn bed. Zoals ik me inzet om na het overlijden afscheid nemen mogelijk te maken, zo zijn er ook professionals die na een overlijden middels donatie ernstig zieke of gewonde mensen weer een kans op nieuw leven kunnen geven. Daarom is het helemaal niet zo verkeerd om me te verdiepen in andermans professie. Wat een mega organisatie werkt er met elkaar achter de schermen om samen van de dood weer een nieuw leven te maken. Petje af!

Special Death Care

Niet iedereen begrijpt mijn communicatie op de manier zoals ik hem had bedoeld. Misschien leuk om eens luchtig uit te leggen wat ik bedoel met de woorden die tijdens een klinische les nogal eens door het lokaal worden geslingerd. Let op, even een voorbeeld: Tuitmondje. In mijn hoofd is dat een mond van een overledene die gehecht is, maar zo strak is aangetrokken, dat de goudvis van opa begint te lijken op de mond van deze overledene. Nee, ik bedoel dat niet onrespectvol richting de overledene, maar probeer op deze manier aan te geven, dat dit mondje vast niet is zoals de familie opa heeft gekend. In mijn boek heb ik ook geschreven over ‘de Winschoter’. Maarja, wat bedoel ik daar nu eigenlijk mee? Nee, niet elke Winschoter is zoals ik ‘de Winschoter’ in mijn hoofd heb, maar ‘de Winschoter’ zoals ik hem bedoel, is een overledene die absoluut niet past in een standaard kist, die een groter graf nodig heeft en tijdens de opbaring voor veel lekkage, geurvorming en problemen gaat zorgen. Maar hoe is deze naam dan ontstaan? Nou dat leg ik je uit. Jaren geleden stond er ergens een artikel in de krant dat in Winschoten de meeste cafetaria’s per vierkante kilometer waren en de bevolking daar wat dikker was dan elders in het land. Tja, toen ging mijn fantasie op de loop en ontstond ‘de Winschoter’. Maar voel je niet aangevallen, het is alleen een verzonnen woord en geef hiermee niet aan dat elke Winschoter te dik is. Next? Dat is de ‘no neck’. Dit past wel een beetje bij ‘de Winschoter’. Een persoon die de schouders hoger heeft dan het hoofd (extreem uitgelegd, maar dan wordt het tenminste duidelijk). Deze overledenen blijven met regelmaat niet in optimale conditie tijdens een opbaring. Bij een overledene met ‘no neck’ past ook wel het woord ‘hamsterwangen’. Nou, die hoef ik niet uitleggen toch? Liggend op het kussen ontstaan er van die dikke bulten naast de kin, alsof….. Dus dat. En ook ‘hamsterwangen’ bij een overledene laten mijn alarmbellen aan gaan, zeker als ze pas zijn ontstaan op de 2e of 3e dag. Dan is de ontbinding al hoog ingezet en zal er daarna in vele gevallen lekkage uit de neus en mond ontstaan. Nieuw toegevoegd zijn de woorden ‘gevalletje Hugo’. Uit het niets zwellen sommige overledenen binnen no-time op tot een ‘Winschoter’ met ‘hamsterwangen’, waarbij de schouders en het hoofd paars/ blauw tot zwart zal gaan verkleuren. Tevens zal het gelaat vol met vlekken komen te zitten, een soort eilandjes die bruin/ zwart gaan verkleuren. De naam heb ik verzonnen omdat ik deze gevallen pas met zulke grote regelmaat tegenkom, sinds we met z’n allen niet echt meer vrij mogen/ kunnen leven. Even voor de duidelijkheid, alle woorden die ik heb verzonnen, zijn niet respectloos bedoeld, maar helpen mijn lessen visueel kracht bij te zetten en dat we onderling begrijpen waarover we het hebben. En laten we eerlijk zijn, het houdt de sfeer er goed in tijdens de les, we lachen wat af met z’n allen. Lief blijven en geniet!

Edwin Spieard - Special Death Care