Altijd werken in emotie, dat is de titel van mijn toekomstig boek. Samen met Barbara Koudijs-Kok van Copy & more gaat Special Death Care persoonlijke ervaringen bundelen. Verhalen uit de praktijk, waarin de lezer meegenomen wordt in de emoties die ik samen met de nabestaanden beleef. Schokkend, verdrietig, kippenvelopwekkend en soms onaangenaam dichtbij. Blijf ons volgen.

Boek Special Death Care

DeathCare Germany en Special Death Care hebben gratis hulp aangeboden voor het bergen en identificeren van slachtoffers in Mozambique. Het is nu afwachten of en wanneer onze hulp wordt geaccepteerd. Ons team is winnaar van de Funeral Award in 2015. Zie onze informatie film. Let wel, sommige mensen kunnen deze beelden als schokkend ervaren. Film Death Care

Mozambique Special Death Care

Met regelmaat worden er door mij pacemakers uit een overledene gehaald. Onlangs heeft Special Death Care vele pacemakers via de nabestaanden geschonken aan dierenarts specialisten 'de Kompaan' in Ommen. Deze specialisten herplaatsen deze gebruikte pacemakers opnieuw in honden. Zo krijgen honden een langer leven en wordt er minder materiaal en geld verspild. Geweldig dankbaar dat ik via de overledene mijn liefde voor honden over kan dragen. Een dankjewel voor alle nabestaanden die deze pacemakers hebben geschonken en een dikke duim voor 'de Kompaan' in Ommen.

Pacemaker Special Death Care

Airbrush, lakens, make-up, extra koekjes, een volle tank met diesel. Heel even lijkt het alsof ik met vakantie ga. Ik denk dat als de postbode me zou zien hij ongetwijfeld aan me gaat vragen waarom ik zo straal. Het is een gemengd gevoel, het gevoel van vrijheid, het ZZP zijn, een gevoel van trots omdat mensen mij hun overledene toe vertrouwen. 

Daar waar mijn hulp wordt gevraagd is verdriet aanwezig. Een verdriet vaak gecombineerd met ongeloof, verbazing en soms woede. Vooral woede kan richting anderen erg confronterend zijn. Maar ook het tegenovergestelde komt voor. Opluchting, verlichting, muziek, wijn, romantiek en feest rondom een overlijden komt zeker wel voor.

Wat de volgende ochtend gaat brengen is voor mij nog niet helemaal zeker. Wat wel zeker is dat het vast niet helemaal probleemloos zou gaan verlopen. Een rit naar Duitsland, een aangifte van overlijden en een stevige meneer die door een –bij mij- onbekende oorzaak is overleden. Een uitdaging die ik graag aan ga.

Genoeg water in de ruitensproeier, motorolie op peil, lucht in de banden, check. De wekker op mijn mobiele telefoon stel ik in op 4 uur in de ochtend. Mijn witte kleding leg ik alvast gereed op de bank, een waterkoker alvast gevuld met koud water en met een super goed humeur kruip ik in mijn bed.

Het is nog donker als ik vertrek. Een snorrende motor, het geluid van zingende banden en een opkomende zon maakt het dat ik me comfortabel voel. De doelstelling is om 9 uur bij het desbetreffende ziekenhuis in Duitsland aan te komen. Na ongeveer 3 kwartier reizen kondigt zich een eerste plaspauze aan.

Ik staar wat in de verte, zoekend naar een bord ‘parkplatz’. Gelukkig zijn die er langs de Duitse Autobahn volop, waardoor mijn probleem zo verholpen zou kunnen zijn. Binnen een aantal minuten stuur ik de wagen naar rechts, sluit de wagen af en doe wat ik het liefst 5 minuten eerder al had moeten doen.

Terug in de wagen neem ik de tijd om wat koffie te maken. Zoekend naar mijn slappe speculaas koekjes vermaak ik me goed. Terwijl ik links door het raam naar buiten kijk, passeert er een vrachtwagen met klinkers hoog opgestapeld op pallets. Hij groet me vriendelijk terwijl hij me passeert en met een vrolijke blik houd ik mijn koffie kopje omhoog.

Nadat ik de motor weer heb gestart rolt de wagen langzaam achter de vriendelijk groetende vrachtwagen richting de Autobahn. Net voordat we de snelweg op willen, stopt de vriendelijk groetende man. Met verbazing wacht ik af wat er gaat komen. De chauffeur doet zijn alarmlichten aan, springt uit zijn cabine en opent alle zij-schotten van de trailer. ‘Oh nee’ denk ik bij mezelf.

Een mobiele heftruck wordt van de trailer getakeld en zonder schaamte neemt hij alle tijd van de wereld om zijn trailer te ledigen. Als ik in de spiegels kijk ontstaat er een file op de parkeerplaats. Waarschijnlijk mensen die naar hun werk willen of op vakantie gaan, maar in elk geval niet het begrip op kunnen brengen voor een chauffeur die alles blokkeert om zijn trailer te kunnen ledigen.

Als na een kleine 3 kwartier de laatste pallet is geplaatst, stapt de man uit zijn heftruck. Een onsmakelijk beeld van harige billen, een zwetend hoofd en een broek die echt ver tot onder de bilnaad naar beneden is gezakt. Ik kijk in mijn spiegels en zie dat andere mensen er glimlachend een foto van maken. Eigenlijk maakt dit beeld mijn -iets naar beneden gezakt humeur- weer volledig goed.

Nog voordat ik de snelweg op draai, besef ik dat ik opnieuw moet plassen. De wachttijd samen met de hete koffie heeft er voor gezorgd dat de blaas opnieuw behoorlijk vol is geraakt. Om wat verloren tijd in te halen, verhoog ik de snelheid. Mijn knipperlicht naar links, stuur de wagen iets bij en passeer de –inmiddels- lege truck. Een vriendelijk gebaar van de man achter het stuur te samen met het beeld van zojuist, maakt het dat ik wat moet lachen.

Als er een aantal uren zijn verstreken meld ik mij bij het ziekenhuis. Aangezien ik niet weet waar ik moet zijn, parkeer ik de wagen bij de spoedopvang. Een vrolijke verpleegkundige vangt me op en helpt me richting de info balie van het ziekenhuis. Met wat handen en voeten werk wordt het me duidelijk dat er op het gemeente huis nog aangifte van overlijden gedaan moet worden.  

Op zich was het vinden van het ziekenhuis en het gemeente huis niet het grootste probleem. Je volgt wat borden, vraagt wat aan voetgangers en uiteindelijk kom je wel waar je moet zijn. Bij het bereiken van het gemeentehuis zie ik een bord met een ‘P’. Tief garage staat er onder geschreven. Ai, das niet zo best denk ik bij mezelf. Tief garage…. Parkeerkelder…. Met een wagen van 2,8 meter hoog gaat dat niet lukken.

Ik besluit me maar dom op te stellen, zet de wagen op de busbaan en leg een papier onder mijn ruit dat ik zo terug ben en het me spijt dat ik lastig geparkeerd sta met mijn wagen. Een tippel van 5 minuten brengt me bij een statig gebouw met een hoog plafond en een grote hal. Volledig onwetend spreek ik een jongeman aan. Hij helpt me bij het maken van een juiste keuze, drukt op wat knopjes van een automaat en geeft me uiteindelijk een biljet waarop het juiste loket staat vermeld.

De tijd tikt door, ik kijk op de klok en zie dat het inmiddels al tien voor tien is geworden. ‘Zie ik dat nou goed’ mompel ik in mezelf. Staat daar nou werkelijk op het biljet dat ik om 11.15 aan de beurt ben. Een beetje nerveus beginnen mijn oren te gloeien, kwart over elf, jee, dat gaat een lastige klus worden, want er moet voor 12 uur een lijkenpas getekend en gehaald worden elders in deze grote stad.

De problemen stapelen zich wat op. Het gevoel dat de tijd mijn planning gaat inhalen maakt het allemaal iets oncomfortabel. Een fout geparkeerde auto, een wachttijd van bijna anderhalf uur en een –om twaalf uur- gesloten Gesundheitsdienst der Gemeinde zorgt dat ik wat nerveus met mijn vingers door mijn haren strijk.

Aangezien er voldoende tijd is om een geschikte parkeerplaats te vinden, besluit ik de wagen te verzetten. Terug aangekomen op het ‘Stadthaus’ besluit ik toch maar om me iets brutaler op te stellen. Een norse en forse dame in een ouderwets kostuum zegt me dat ik bij een verkeerde balie sta.

Na een hoop gedoe en vele telefoontjes richting Nederland worden de papieren getekend. Nog snel even langs de Gesundheitsdienst voordat ik me opnieuw meld bij het ziekenhuis. In het mortuarium verschijnt onder een laken een overleden man, zijn gezicht aan 1 zijde behoorlijk beschadigd.

Een hartaanval waarna hij langs de muur in elkaar is gezakt hebben er voor gezorgd dat deze man is overleden en beschadigd. Zijn partner is inmiddels terug in Nederland en wacht op de terugkomst van haar man. Via de uitvaartleider neem ik contact op met de vrouw van deze man.

In een emotioneel telefoongesprek met de echtgenote merk ik dat ik tijdens het gesprek de hand van de man in mijn hand heb gelegd. Iets in mij geeft me het gevoel dat ik ze op deze manier even tijdelijk met elkaar kan verbinden.

De Duitse medewerker van het mortuarium snapt niks van dit gesprek en dat gedoe met mijn hand. Hij zit op een stoel en schuift wat met de wielen heen en weer, een tuinbroek, werkschoenen, duimstok en glaswol in zijn haar. Het wordt me duidelijk, tijd om te vertrekken.

De rit naar huis verloopt soepel en nog voordat het donker is arriveer ik terug in Nederland. Het gesprek met de echtgenote spookt nog een tijdje door mijn hoofd. Zou het niet prachtig zijn als ik deze beschadiging weg zou werken? Ik heb het materiaal in de wagen, bezit de kennis en aan tijd ontbreekt het me geen moment.

Snel bel ik een bevriende collega. ‘Vriend, mag ik even bij jouw onderdak met mijn wagen. Een half uurtje max, past je dat’? Hij kent me als geen ander en weet dat ik weer iets in mijn hoofd heb gehaald wat je er met geen hamer uit kunt slaan.

Met wat airbrush, een schoon laken en OK-jas maak ik van deze overledene in zeer korte tijd een toonbare overledene. Het maakt me blij, zo blij. Mijn glimlach kan niet groter bij het zien van de blik van de vrouw die herenigd wordt met haar man. Ze merkt totaal niet op dat ik de beschadiging heb weg gewerkt.

Juist dan is het dik voor mekaar. Ze herkent haar man zoals ze hem gewend is, haar blik trekt niet richting de beschadiging, maar pakt zijn hand liefdevol vast en verteld hem dat ze hem zo heeft gemist.

Rillingen gaan even over mijn rug. Laat ik maar vertrekken, dit is het moment voor de uitvaartleider om het stokje over te gaan nemen. De dame grijpt me vast en met een gebitsloze zoen op mijn wang vertrek ik met een glimlach op mijn gezicht.

Terug in de wagen veeg ik mijn wang af en besef me dat het een bijzondere dag was. Een mooie dag met een combinatie van geluk, verdriet, emotie en verstand.

Omdat ik de meerwaarde zie hoe je iemand met airbrush op een simpele manier soms weer toonbaar kunt krijgen, heb ik besloten deze techniek met jullie te delen. Wil je het in 1 dag van me leren tegen een lage prijs?  Kijjk bij airbrush op mijn website

 

Airbrush Special Death Care

Uniek! Een warmte camera om warmte in een overledene in beeld te brengen. Op deze manier kan ik gerichter de problemen die eventueel gaan ontstaan tijdens de opbaring proberen te voorkomen. Sinds 2019 is Special Death Care in het bezit van deze camera. Op de foto is goed te zien dat de ooghoeken en de mond nog veel warmte bevatten (hoe witter het beeld, hoe warmer het gemeten object). Vliegen vinden dit heerlijk.... Ook je kennis uitbreiden? Zie mijn klinische lessen http://specialdeathcare.nl/voorlichting

Temperatuur overledene

Op zolder stond nog een oude draaibank. Een voor mij nutteloos apparaat die alleen maar ruimte in beslag neemt. Hout bewerken is niet mijn ding, het zal me absoluut een vinger gaan kosten tijdens het gebruik van het apparaat.

Omdat het enkel en alleen in de weg stond, besloot ik een advertentie te zetten om een liefhebber te vinden voor deze draaibank. Boven verwachting was er binnen enkele uren al een geïnteresseerde liefhebber. Zonder af te dingen stond er in het bericht dat de man graag de 40 euro wilde betalen voor deze machine.

Nog geen 2 uur later werd er op de deur geklopt. Ik schuif de gordijnen opzij, draai de deur van het slot en open de deur. Een ongeschoren man met een baard en snor die me even lieten schrikken. Een beetje boel onverzorgd, gele klompen en een jas die uit zichzelf zou blijven staan als je hem op de grond zou zetten.

‘Ik kom voor de draaibank, ben ik hier op het juiste adres’? Terwijl hij een hand naar me uitreikt twinkelen zijn ogen. Meteen verandert mijn beeld in deze man, de vriendelijkheid die deze man uitstraalt krijgt me te pakken.

Mijn gezicht wordt ontspannen en met een glimlach geef ik aan dat dit het juiste adres is. Nadat er is betaald bukt de oudere man zich voorover om het stuk metaal op te pakken. Wat er toen met me gebeurde was een onverwacht moment.

Probeer je deze man even in te beelden. Een zwerver achtig uiterlijk waarbij door gezichts beharing alleen zijn ogen goed zichtbaar zijn. In zijn armen een grote klomp ijzer die hij vasthoudt alsof het een kind is.

Zijn rechter arm iets lager dan zijn linker arm, de draaibank tegen zich aangedrukt en zijn linker wang tegen het metaal. Ogen die glinsteren en met de woorden dat hij zo ontzettend gelukkig is vertrekt de man richting zijn auto.

Nog voordat de deur in het slot valt is het beeld van deze man vervangen door een moeder met een kind. Een moeder die op precies dezelfde manier met haar aangereden kind aan komt lopen. Het hoofdje van het kindje is dus danig beschadigd dat je geen expert hoeft te zijn om te zien dat dit kindje is overleden.

Nog geen seconde later verandert deze moeder in een andere moeder. Ook zij komt richting mijn voormalige ambu aanrennen met een kindje op haar arm, vast gehouden op precies dezelfde wijze als de man met de draaibank.

Gedachten die zich afwisselen, de gelukkige man en de verdrietige moeders. Beiden in een zelfde positie in mijn herinnering. De ene gedachte maakt me vrolijk, de andere laat me realiseren dat liefde en iemand voor altijd moeten missen een heel zwaar moment kan zijn.

Ook ik ben onlangs met mezelf geconfronteerd. Een poes laten inslapen en een whatsapp bericht dat mijn kameraad zojuist euthanasie heeft gehad maken me terplekke emotioneel. Het was me bekend dat hij ziek was, maar om ineens het besef te krijgen dat je niet meer samen kunt lachen en praten is toch wat anders dan het verkopen van een draaibank.

Het bericht bevatte tevens de tekst dat ik welkom ben om afscheid van hem te komen nemen. Daarover hoefde ik geen seconde na te denken, graag…. ik zou hem zo graag even zien. We spreken een tijd af en vertrek met een vreselijk nerveus gevoel richting zijn vrouw en dochter.

Als ze de deur open doet val ik in haar armen. Totaal onverwacht stort ik in, ik hang over haar schouders en ben totaal de weg kwijt. Geen woorden meer uit kunnen spreken, trillen en zo intens verdrietig zijn kan ik me alleen nog herinneren na het vertrek van mijn partner.

Zijn vrouw vraagt of ik koffie wil. ‘Nee meid, ik wil graag naar hem toe, ik zou zo graag bij hem willen zijn’. Ze begrijpt me onmiddellijk en loopt voor me uit naar de kamer waar hij ligt. Als we naast hem staan, komt uit het niets hun dochter. We vallen in elkaars armen en bespreken in 1 minuut wat we de laatste 25 jaar hebben mee gemaakt.

Toen ik weer een beetje helder kon denken was ik eigenlijk wel blij dat me dit was verkomen. Het maakte mij zo ontzettend bewust dat afscheid nemen vreselijk belangrijk kan zijn. De wens en drang om nog iemand te zien na een overlijden kan onvoorstelbaar sterk zijn.

Nog geen week later kon ik mijn eigen ervaring in de praktijk brengen. Als ik word gevraagd om een reconstructie te gaan uitvoeren op een verkeersslachtoffer twijfel ik geen moment. Nog voordat ik de reconstructie heb afgerond komen de ouders van het kind de kleding brengen.

Ze worden perfect opgevangen door een gastdame in het uitvaartcentrum. Ik krijg het gesprek een beetje mee door een op een kier staande deur. Na het gesprek zie ik dat de ouders de deurklink vast pakken om weer richting buiten te gaan, waarschijnlijk naar huis in afwachting op groen licht om bij hun kind te mogen komen.

In een flits komt alles weer voorbij, de draaibank, de twee moeders, mijn overleden poes en kameraad. ‘Mevrouw mevrouw, hallo, mevrouw’? Ik zwaai de deur open en loop richting de buitendeur. De dame in de deuropening draait zich om en loopt tegen haar man op die van plan is naar buiten te gaan.

‘Mag ik jullie iets vragen? Begrijp ik goed dat jullie de ouders zijn van het kindje'? De dame knikt, kijkt me aan en geeft me een hand. ‘Was u van plan naar huis te gaan’? De ogen van de vrouw richten een blik op de man die inmiddels naast haar staat.

‘Wat zou u er van vinden als we nu even samen naar uw dochter gaan? Ik ben nog niet klaar met mijn werkzaamheden, maar kan u met liefde begeleiden om alvast even naar haar toe te gaan. Als u mij 5 minuten geeft dan maak ik de ruimte iets vriendelijker’.

Haar gezicht doet mezelf terugzien bij de vrouw van mijn kameraad. Een gezicht die zelfs blijdschap uit kan stralen door ‘toestemming’ te krijgen om een overleden persoon te mogen zien.

Zo was het voor mij een maand vol emotie en verdriet, maar wel een maand die me extra doet realiseren hoe belangrijk ons vak kan zijn. Eigenlijk was het ook wel prettig te ervaren dat ik ook maar een mens ben, een mens die verdriet heeft als een dierbare hem verlaat.

Edwin Spieard, Special Death Care

Bloed, een huilende familie die lichtelijk in paniek is, omstanders die op alle mogelijke manieren proberen te zien wat er zich in het woonhuis heeft afgespeeld. In de hal loopt de uitvaartleider wat onwennig heen en weer. Dat beloofd wat.

De blik in de ogen van deze uitvaartleider spreekt boekdelen. ‘Het is geen fijn gezicht Edwin. Alles zit onder het bloed. De slaapkamer, de muren en de wasbak. Het lichaam ligt nog in de douche’. Ik haal een beetje mijn schouders op, trek een gezicht die aangeeft dat ik het vervelend vind voor de familie. Mijn hersenen ratelen snel, mijn processor werkt op volle toeren.

Is het werkelijk zo dramatisch, of lijkt het alleen dramatisch? ‘Wat heb je met de familie afgesproken, is er iets bekend over de doodsoorzaak, is het lichaam vrij gegeven, of komt er nog een GGD arts’?

De drentelende uitvaartleider komt mij iets te nerveus over. ‘De politie heeft het lichaam vrij gegeven en aan mij te kennen gegeven dat afscheid nemen niet meer mogelijk is. Het gaat wellicht een opbaring worden in een gesloten kist met het lichaam in een bodybag, maar de familie is er niet gerust over’.

‘Mmmmhee’ mompel ik in mezelf. In het verleden heb ik vaker van dit soort uitspraken gehoord en besluit me te verdiepen in plaats van (lijk)vinding. Inlezen in de informatie die ik aangeleverd krijg van de politie en luisteren naar wat er juist niet gezegd wordt. Body language is soms een betere manier om te ‘luisteren’.

Een natuurlijk overlijden met als doodsoorzaak een longbloeding, dat is de uitkomst van de schouw door de Forensische arts. Meteen begrijp ik de hoeveelheid bloed verspreid over de weg die is afgelegd vanaf het bed tot aan de wasbak in de douche. Hoestend en proestend vechtend tegen de dood is bij deze man het leven geëindigd in de douche.

Positief en zelfs een beetje opgelucht vraag ik aan de familie toestemming om een kijkje te mogen nemen op de boven verdieping. Een wenteltrap met stoellift maken de opgang naar boven een beetje krap.

Tegelijkertijd vraag ik me af hoe ik deze man naar de begane grond ga krijgen. Met een brancard is het geen optie, de ruimte is er domweg niet voor aanwezig. Boven aan gekomen zie ik -nog voordat ik de douche heb bereikt- al de benen van de overleden man.

Het is inderdaad een hoop bloed wat de confrontatie van deze overledene negatief zou kunnen beïnvloeden. Echter blijf ik positief, een longbloeding is inwendig bloed wat via de luchtwegen naar buiten is gekomen. De overledene zou dus nog gewoon toonbaar kunnen zijn.

Samen met een agent ga ik in overleg. Als ik deze man onder de douche zou kunnen afspoelen, dan kan de familie gewoon afscheid nemen. Er is uitwendig immers geen beschadiging en is het alleen het bloed wat een afschrikkend beeld heeft gecreëerd bij velen.

Binnen een aantal seconden is er bij mij al een volledig beeld ontstaan van hoe ik het zou willen aanpakken. Deze man afspoelen onder de douche, schone kleding uit de kast halen en deze aan doen bij de overledene. Ook het probleem van de trap los ik

snel op, simpelweg door de man op de stoellift te zetten en zo naar beneden te begeleiden.

De agent kijkt me aan met afschuw. ‘Dit ga je niet menen’! Mijn blik wordt iets streng, ‘dit ga ik niet menen? Hoezo niet? Wil je nou werkelijk de familie het afscheid nemen ontnemen? Prima, maar niet tijdens mijn dienst, geloof me’!

Een beetje geïrriteerd loop ik de wenteltrap af naar beneden, passeer de uitvaartleider en treed in contact met de familie. ‘Ik ga wat dingen voor jullie in gang zetten, als jullie over een uur terug zijn in de woning geef ik jullie de mogelijkheid om afscheid te nemen van jullie broer en vader’.

Verdrietig maar opgelucht tegelijk maken ze graag gebruik van het voorstel die ik hun zojuist heb gedaan. Toch wel iets nieuwsgierig stapt er een gezette agente op me af. ‘Wat ga je doen, is onze hulp nog gewenst’?

Mijn blik richt ik op de agent die met me mee is geweest naar de bovenverdieping. ‘Euh, wat ik ga doen… Ik ga de overledene douchen en gekleed met de stoellift naar beneden brengen om de familie vervolgens op de brancard afscheid te laten nemen. Hierna kan de familie zelf besluiten of en waar ze hem willen opbaren’.

De agent loopt bij me vandaan, zijn hoofd schudt een beetje met afschuw heen en weer. ‘Cool, wie gaat je daar bij helpen, heb je hulp nodig’? Een vraag die gesteld wordt door de gezette agente terwijl ze meteen een stap naar voren doet. Mijn ogen beginnen weer te stralen en merk dat ik iemand erg enthousiast heb gemaakt. ‘Wie me gaat helpen? Jij! Tenminste als je dat zou willen’.

Er ontstaat een niet vooraf geplande samenwerking. Ik haal wat handschoenen, schorten en schoen beschermers uit mijn voormalige ambu. Er is geen druk, er heerst geen stress er is geen spanning. Misschien wel bij de familie, maar niet tussen deze agente en mij.

Als een geoliede machine gaan we aan de slag. We ontkleden het lichaam en met uiterste zorg brengen we de overledene in de douchebak. Als de eerste waterstralen het lichaam bereiken, zie je onmiddellijk een goed verzorgde man tevoorschijn komen. Er blijft niets over van het afschrikkende beeld en dus blijft er niets over om de familie te adviseren om geen afscheid te nemen.

De agente en ik kijken elkaar aan. Onze rechter handen gaan in de lucht en klappen tegen elkaar aan. Dit hebben we toch maar even gefikst. In nog geen vijf minuten iemand van de woorden ‘niet toonbaar’ naar ‘toonbaar’ gemaakt. Zo simpel kan het soms zijn.

De dame grabbelt wat in de kasten, vindt er schoon ondergoed, een broek, sokken en een gestreken overhemd. Misschien iets onrespectvol, maar we besluiten de overledene op de overloop te verzorgen en te kleden. Elke handeling die we doen maakt van de overledene een nette verzorgde man, een man waarvan de nabestaanden in spanning afwachten of ze hem nog kunnen zien.

Via de portofoon vraagt de agente of iedereen uit de hal is verdwenen en of we de patiënt naar beneden kunnen laten zakken zonder dat er mensen op straat via een open deur mee kunnen kijken. We zetten de man op de stoellift en begeleiden hem zonder problemen naar beneden.

Een geweldig mooi beeld, een overleden man die bewegingsloos op een stoel zit en door twee mensen wordt vast gehouden terwijl hij langzaam een verdieping naar beneden glijdt. Glimlachend kijken we elkaar aan en voelen waarschijnlijk beide een stukje trots dat we dit hebben kunnen realiseren.

In de woonkamer schuiven we de vitrages dicht. De brancard wordt uit mijn wagen gehaald en met wat hulp van extra agenten leggen we de man middels een schoon laken gezamenlijk op een op hoogte gezette brancard.

Als de familie bij aankomst wordt opgevangen door de agenten, vertel ik hun wat we hebben kunnen doen en hoe de overledene is opgebaard in de woonkamer. Dat is belangrijk, zodat ze niet plotseling worden verrast door dingen die ze niet hadden verwacht.

Bij het zien van de overleden man breekt de emotie los. Er wordt wat geroepen, geschreeuwd en terwijl iedereen vreselijk alert is op wat gaat komen zakt er een man door zijn knieën. Hopeloos zware momenten voor de familie, maar ook voor de uitvaartleider, de agenten en mij.

Het gaat je door merg en been, het geluid van verdrietige mensen die oerwoud geluiden maken van verdriet. Het is met geen pen te beschrijven wat het met me doet, het maakt me verdrietig, bang en emotioneel tegelijk.

Als de man weer terug is bij zinnen, gaat hij staan en loopt om me af. Een waterig gezicht, bibberende lippen en trillende vingers komen richting de plek waar ik aan de grond genageld sta. Een agent merkt dit op en staat klaar om in te grijpen. Heel even is het spannend, niet alleen voor mij, maar voor een ieder in deze ruimte.

Een volwassen man die me beet pakt, twee klauwen van handen op mijn schouders die bezig zijn ze iets fijn te knijpen. Hij kijkt me aan vol verdriet en zegt tegen me dat hij voor eeuwig bij me in het krijt staat.

Nu, inmiddels tientallen overledenen verder, moet ik nog vaak denken aan wat deze man tegen me zei. Zijn uitspraak doet het lijken alsof hij iets voor me zou moeten doen om het goed te maken, een soort tegenprestatie. Gelukkig begrijp ik dat het zijn manier was om zijn dankbaarheid te uiten.

Dankbaar dat ik samen met de agente het mogelijk heb gemaakt om afscheid te kunnen nemen van iemand die hem lief was. Mijn dank gaat uit richting deze agente, die samen met mij een waardig afscheid heeft gerealiseerd. Dikke top!

Lijkvinding