Meer dan 1000 slachtoffers hebben we kunnen identificeren na de aardbeving in Turkije 2023. Een week lang hebben we met ons team tussen de ingestorte gebouwen gezocht naar slachtoffers van deze ramp. Na onze missie hebben we al onze gereedschappen en materialen achtergelaten voor andere teams die ons hebben afgelost. We waren op, moe, vies en emotioneel op het randje. Nu bijna een jaar later zijn er een aantal leden van ons team opnieuw afgereisd naar Turkije en hebben daar gezocht naar onze overgebleven materialen. Samen met de plaatselijk brandweer zijn alle gevonden materialen opgeslagen en via donoren is er inmiddels gezorgd dat een transporteur onze materialen naar onze home-base in Duitsland heeft gebracht. In de eerste week van 2024 zullen we al deze materialen reinigen, archiveren en aanvullen waar nodig. Ongetwijfeld zullen de herinneringen weer boven komen en zal de emotie ons opnieuw te pakken krijgen. Maar ik kijk er enorm naar uit weer met het team bezig te zijn en samen terug te kunnen kijken op een waardevolle missie. Mocht onze (gratis) hulp opnieuw ergens nodig zijn, dan bieden wij ons graag aan. 

Aardbeving Turkije Special Death Care

Jeugdig overmoed of de link niet leggen? Ik piste zowat in mijn broek van het lachen. Ik krijg een digitale kerstkaart toegestuurd, waarop staat ‘Prettige Feestdagen’ met daaronder de tekst: Hee Edt, is dit jouw auto? Geweldige foto, het verzorgingshuis gefotografeerd als romantisch plaatje, met op de voorgrond mijn voormalige ambulance. De tekst ‘Special Death Care’ is niet mee gefotografeerd, maar de wagen is dus wel zo herkenbaar dat ik er een bericht over krijg. Hele fijne feestdagen dan maar, ook vanaf mijn kant 😉

Les Special Death Care

Waarom vind ik de wereld toch zo ruk? Ik probeer voor mezelf te begrijpen waardoor mij het gevoel bekruipt, dat ik me in deze wereld niet meer thuis voel. Alsof alles nep is, te gehaast en onwerkelijk. Een foto waarvan ik vroeger dacht dat het een moment opname was van een bestaand iets, kan tegenwoordig een gefabriceerd shotje zijn, ontstaan uit ‘nep’ nulletjes en eentjes, die samen een plaatje hebben gemaakt. Een plaatje die niks met de werkelijkheid te maken heeft en gefabriceerd is om mij verder in de war te brengen. Warm zitten in huis is tegenwoordig onbetaalbaar en het voedsel dat ik al tientallen jaren eet blijkt ongezond te zijn. Er was ook een dame die mij een vieze egoistische ongevaccineerde noemde. Mij niet laten vaccineren was met een persoonlijke reden. Ik wilde mijn bloedspiegel zuiver houden, zodat er bij controle een onaangetast bloedbeeld over het verloop van mijn ziekte aan mij getoond zou worden. Dat ik daardoor bij vrienden, restaurants en winkels niet meer welkom was, dat nam ik dan maar op de koop toe. Maar voelde ik me genaaid? Jazeker, nog steeds. En dan die Hugo, huis aan huis, arm aan arm, iets in die strekking waren zijn woorden, tis toch walgelijk. Waarschijnlijk heeft hij geen idee gehad hoeveel dood geboren kinderen ik ineens op mijn tafel kreeg. Laten we het maar niet gaan hebben over het aantal plotselinge overlijdens en de mega oversterfte wereldwijd. In elke geval geen onderzoek naar doen, ben je mal. Dat hele gedoe met mondmaskers, dat was toch ook hilarisch? Er bestond een werkend medisch mondmasker, maar als je die zou gebruiken in het openbaar vervoer, dan kreeg je een boete, wuahahahaha, wat een wereld. Ach, wat betreft het financiële gebeuren…. Kan ik kort over zijn. De regering geeft wat uit, hier een beetje, daar een beetje, alles voor een goed doel. Dat er daarmee een beetje geld gemorst wordt, dat schijnt niet echt een probleem te zijn. Het zou zo mooi zijn, dat het geld wat is verdwenen alsnog naar (bijvoorbeeld) de zorg zal gaan. Om mij heen sluiten hier op het platteland de ziekenhuizen en moeten mensen kilometers ver reizen om voor de juiste zorg in aanmerking te komen. We verbranden wat dure diesel of benzine en worden aan de andere kant gestraft omdat we te vervuilend bezig zijn. Maar het is niet allemaal negatief hoor. Er is ook een periode geweest waarin ik over al deze dingen niet heb hoeven na te denken. Na de aardbeving in Turkije heb ik geen seconde getwijfeld of ik daarnaartoe zou willen. Mijn gratis hulp aanbieden en in een wereld terecht komen waarin niemand zich druk zou maken over de dingen die ik hierboven beschreef. Iedereen besefte dat we elkaar nodig hebben om ergens te komen. En zo was het. Nergens, maar dan ook echt nergens heb ik zo veel verdriet, liefde en samenwerking gezien als tijdens de bergingswerkzaamheden na deze verwoestende ramp. De warmte van het vuur deelden we met iedereen die koud was. Geld werd niet over gesproken en je broodje trok je in twee stukken om het te verdelen over twee kinderen die met blote voeten over de overgebleven puinhopen strompelden. Het gevoel om overal alleen voor te staan - en je dagelijks genaaid te voelen - dat gevoel verdween in Turkije als sneeuw voor de zon. Je werkte samen met wildvreemde mensen en bood ze alle hulp die je ze kon bieden. Het is erg confronterend (en verdrietig) te realiseren dat er een megaramp moet gebeuren om de echte wereld weer te ontdekken. Een wereld waarin je elkaar helpt, ervoor mekaar bent en waarin je geen geregisseerde beelden krijgt te zien, die niks met de werkelijkheid te maken hebben. Het boek dat ik heb geschreven over mijn week in Turkije heb ik opgedragen aan de Turkse en Syrische bevolking. Spijtig dat er zoveel verdriet voor nodig moest zijn, om mij te laten beseffen dat menselijkheid nog bestaat. Meer over mijn boek ‘Als de dood begint te ruiken’ vind je hier: boeken (specialdeathcare.nl)

Aardbeving Turkije Special Death Care

‘Nou, dit is dus wat ik bedoel. Edwin is niet altijd subtiel in zijn bewoordingen’. Heel even word ik aan de kant gezet door de ondernemer. Het voelde als een messsteek ergens achter in mijn rug en wilde het liefst in de verdediging schieten. Een nabestaande neemt het voor me op. ‘Edwin heeft bij binnenkomst aangegeven dat zijn advies eerlijk en open besproken zal worden. Dat komt soms even hard aan, maar het geeft ons wel de mogelijkheid een juiste keus te maken, zonder de dingen mooier te benoemen dan dat ze zijn.’ Ik zeg maar even niks en wacht wijs af tot het gesprek tussen de ondernemer en de nabestaanden is beëindigd. Eerlijk is eerlijk, ik voelde me wat onder gewaardeerd/ aangevallen door deze ondernemer. Het zal niet zo bedoeld zijn en waarschijnlijk was het voor deze ondernemer een manier om zichzelf te verontschuldigen voor mijn directheid. Ik draai het om, ik ben gevraagd deze nabestaanden te helpen omdat de kennis van deze ondernemer (op dit moment) iets achterbleef. Mooie praatjes verkopen en valse hoop geven is nou eenmaal niet mijn ding en benoem graag de opties die ik kan bieden. Weken later kreeg ik een print-screen van een app gesprek tussen deze ondernemer en de nabestaanden. Een gesprek waarin de uitvaartondernemer wordt bedankt voor het inhuren van mij als persoon en de familie mij hartelijk bedankt voor het (door mij) begeleiden op een natuurlijk en deskundige manier. Bij het lezen verschijnt er een glimlach op mijn gezicht en besef me opnieuw, dat een ondernemer vaak meer ‘problemen’ heeft met mijn communicatie, dan de nabestaanden. Ik denk dat ik mijn omgang met nabestaanden (en hun dierbare) perfect heb omschreven in mijn boek ‘Altijd werken in emotie’. Ben je benieuwd hoe ik omga met overledenen en hun nabestaanden? Kijk dan gerust op mijn website bij de button 'boeken'

Les Special Death Care

Het is niet alleen dood en verderf wat ik dagelijks onder ogen krijg. Tussen het werken door heb ik ook een privéleven. Een ritje naar Duitsland waar ik mijn vrienden bezoek en waar de grote verhalen het liefst meerdere keren worden verteld. De gemiddelde leeftijd van Saam, opa en mij ligt op 74 jaar, maar als we samen zijn dan komen de kwajongensstreken weer bij ons naar boven en genieten we van de simpele dingen om ons heen. Als opa de oude poes een beetje koffiemelk heeft gegeven en Saam de vogels heeft voorzien van pindakaas en strooisel, strijken we neer in de schuur. Er is altijd iets te kletsen, stoere verhalen van opa die vroeger heeft gevaren, of Saam die iets verteld over zijn tijd op de universiteit in Delft. Een stilte is er nooit, we luisteren aandachtig naar elkaar en mopperen over het feit dat alles om ons heen zo vreselijk duur is geworden. Het is fijn om even uit de wereld van het verdriet te zijn, te kunnen lachen om opa’s scheet en gewoon even niet bezig te zijn met mijn werk. Als even later mijn telefoon gaat en ik te horen krijg dat een uitvaartondernemer mijn hulp nodig heeft, spring ik 10 minuten later in de wagen om te kijken wat ik voor deze nabestaanden kan betekenen. Aangekomen in het uitvaartcentrum, zoek ik de overledene waarvoor mijn hulp gewenst is. In de ruimtekoeling staan vele overledenen en mijn gedachten dwalen af naar het hoge sterftecijfer van afgelopen 2 jaar. Ik schuif wat tussen deze overledenen door en lees op de enkelbandjes de namen van deze overledenen en zie tegelijkertijd hun geboortedatum. Velen van hun hebben de gemiddelde leeftijd van Saam, opa en mij niet eens mogen behalen. In de hoek van deze koeling staat een oude man, ik kijk op zijn enkelbandje en lees daar dezelfde naam als de naam van opa. Op dat moment was er een fractie van een seconde een piepklein conflict in mijn hoofd. Zo raar om bij opa weg te komen en zijn naam vervolgens op een overledene te lezen. Maar het bracht ook weer iets moois. Rondkijkend in deze ruimtelijke koeling en beseffen dat hier een schat aan herinneringen en verhalen ligt, die gedachte laat me glimlachen en beseffen dat ik tussen de overledenen net zo goed op mijn plek ben als in de schuur bij opa. Mijn werk doe ik met liefde, respect en passie voor de overledenen en dat me dat een goed gevoel geeft, dat is waarom ik dit werk al meer dan 20 jaar met plezier doe.

Special Death Care

Slingerend over de smalle binnenwegen in ons mooi Drenthe, waar we van die vele wegen hebben waarbij je 60 mag rijden en elkaar nauwelijks kunt passeren. Veelal ligt naast deze weg een geweldig mooi stukje geasfalteerd fietspad. Ik kronkel wat tussen de bomen, heb mijn koffie op het dashboard en de vele tegenliggers geven me volop de ruimte om samen deze weg te kunnen berijden. Tot zover lijkt het een super dag te gaan worden. Maar dan…. dan is er 1 wielrenner, eentje maar, die denkt dat het verplichte fietspad niet voor hem is, maar alleen voor de bejaarden met een elektrische fiets. Ik minder wat vaart en deze wielrenner verplicht mij door zijn gedrag om ongeveer een kilometer achter hem te rijden. Passeren is in dit geval te gevaarlijk en ik gun hem zijn lol om hem te laten denken dat hij Joop Zoetemelk is tijdens de Tour de France. Maar owee owee, inwendig borrelt er bij mij van alles. Ik stuur de wagen iets dichter achter hem, maar het enige resultaat wat ik bereik is dat hij platter met zijn neus – een open mond en een langwerpig stoer vermoeid rimpelig gezicht – op het stuur gaat liggen. Nog steeds is passeren hier te onoverzichtelijk en ik besluit dat te gaan doen waar iedereen me voor zou waarschuwen. Toeteren! En ja hoor, een grote middelvinger van meneer is mijn hoofdprijs. Dat was natuurlijk mijn verdiende loon, ik kon me immers niet bedwingen en drukte met volle kracht op het middelste gedeelte van mijn stuurwiel. Ik vraag mij dan tevens af waar ik deze middelvinger dan aan heb verdiend? Is dat omdat ik een gele auto heb, mijn haar wat in de war zit van de wind of omdat ik gewoon daar met mijn auto rijdt, daar waar ik hoor te rijden? Ik ga toch ook niet met mijn auto op het fietspad rijden, toch? Heel even kook ik vanbinnen, maar ik heb geen idee waarom hij daar fietst en ik verplaats me dan in mijn dochter die tegen me zal zeggen dat deze fietser waarschijnlijk een hele goede reden heeft gehad om daar te fietsen en dat ik daar in een volgend boek niks over mag zeggen. Maar door de vele ongevallen die ik heb gezien, zie ik niet een fietsende slanke rimpelige wielrenner met zo’n gekke gele of oranje bril, maar zie ik een man op mijn tafel liggen met een helm op, zo’n strakke zemen broek vol met urine en twee onderbenen en bekkens die volledig zijn verbrijzeld. Het enige wat aan de man op mijn tafel ontbreekt is zijn opstekende middelvinger. Ik passeer de man vriendelijk groetend en vervolg mijn weg om een wachtende familie minder ongelukkig te maken. 

Edwin Spieard - Special Death Care

Als ik vader het dodelijk verminkt kindje terug in zijn armen leg, dan vraagt hij welke maat schoenen of ik heb. Even beeld denken, een halve nacht bezig zijn geweest om een kindje uit – een door de aardbeving verwoest flatgebouw – te halen en dan de vraag krijgen welke maat schoenen of je hebt. Het leek een wat ongepaste reactie, maar dit was het enige wat deze man als dank nog kon bieden. Als hij het overleden kindje in zijn auto legt, haalt hij uit de kofferbak 2 splinternieuwe schoenen. Weigeren was onmogelijk en ergens leek het op ruilhandel. Maar dat was het absoluut niet. Het was een blijk van waardering, liefde en dankbaarheid. We hebben uit deze flat 93 slachtoffers van de 95 bewoners uit het puin weten te halen, twee kinderen zijn nooit gevonden. Als we over de verwoeste gebouwen verder lopen naar het volgende gebouw, ligt er voor me een klein schoentje. Mijn collega fotografeert deze zonder er verder bij na te denken. Als ik thuis de foto’s toegestuurd krijg, dan komt ook de foto van het schoentje voorbij. Ik noem hem ‘de schreeuwende schoen’, want kijk zelf. Met wat fantasie lijkt het toch of dit kinderschoentje iets wil vertellen. Wat zie jij erin?  Mijn boek (met foto’s) over de bergwerkzaamheden in Turkije is hier te vinden.

Aardbeving Turkije Special Death Care