De weg kwijt, en niet een beetje. Onlangs hoorde ik van nabestaanden, dat er een kans zou bestaan, dat ze hun dierbare niet meer mogen zien. Deze persoon is overleden in het buitenland en komt per vliegtuig terug naar Nederland. Ongeschonden, maar gebalsemd. Het vliegtuig land op Schiphol, maar moet van de uitvaartverzekering per auto overgebracht worden naar een bedrijf in Lomm. Hier gaan ze meten of er door de balseming gevaarlijke stoffen uit het lichaam dampen, waarna wordt bepaald of de overledene in het rouwcentrum welkom is. Er staat letterlijk: Een rouwbezoek, condoleance of uitvaartdienst kan alleen plaatsvinden in een gesloten kist. Onze partners die, in overleg, eventueel wel kunnen faciliteren voor een verzorging, rituele bewassing of afscheid met een open kist zijn (en dan volgen er twee bedrijfsnamen). Het gaat hier om een intern document van deze verzekeringsmaatschappij. Tevens staat er in ditzelfde document: Het is niet toegestaan om na balseming thuis op te baren. Het is alleen mogelijk afscheid van een gebalsemde overledene te nemen onder strikte voorwaarden. Wat mijn gevoel hier over zegt, is dat ik in mijn gele auto stap, de overledene op zou willen halen en gewoon naar zijn woonhuis te brengen, waar deze aansluitend verenigd kan worden met de nabestaanden. Die wachten al dagen (zo niet weken) om herenigd te worden. Ik pas steeds minder in de wereld van de regeltjes, waarin menselijkheid niet op de 1e plaats komt te staan. Onlangs een gebalsemd lichaam in de tuin tussen de bloemen verenigd met zijn dierbaren, het was prachtig! Dat je nabestaanden niet bloot wilt stellen aan giftige dampen begrijp ik, maar door een beetje verder te denken dan – bij een thuis opbaring – aan alleen een woon of slaapkamer is mij te kort door de bocht. Wat kost dit allemaal onnodig extra tijd en geld, is het belastend voor de nabestaanden en sneu voor de overledene. Zo, dat moest ik even kwijt.

Edwin Spieard - boek