Print

Het is al een hele tijd geleden, 1991 om precies te zijn. Toch zijn er twee dagen in dat jaar die mij nog goed in het geheugen staan. Ik was nog niet werkzaam in de uitvaart, misschien een tikkeltje te jong, maar had er zeker ook nog nooit over nagedacht om ooit in de uitvaart werkzaam te geraken.

In dat jaar was ik werkzaam in een garage. Er was een competitie op technisch hoog niveau, een strijd om een titel te behalen binnen de autobranche. Werkzaam bij BMW werd mij de gelegenheid geboden om hier aan deel te nemen, een kans die je als ambitieus monteur echt niet naast je neer gaat leggen.

De award uitreiking deed mij goed en vanuit mijn enthousiasme wilde ik het zo ontzettend graag vertellen aan mijn opa. Een oude man op leeftijd, die werkelijk geen idee heeft wat überhaupt een BMW is, maar toch altijd trots was op zijn kleinzoon.

Het kwam dan ook als een schok om de volgende dag te moeten horen dat ik nooit meer de kans zou krijgen om het aan opa te vertellen. Als in de ochtend de telefoon gaat, hoor ik aan moeders stem dat niet alles gaat zoals het zou moeten zijn. ‘Opa is zojuist overleden’, dan zijn de verdrietige woorden die ik vanuit de telefoon kreeg te horen.

Inmiddels zijn we een dikke 27 jaar verder, maar kan me niet herinneren dat ik ooit nog zo verdrietig ben geweest als bij het verlies van opa. Oké, eerlijk is eerlijk, toen mijn lievelingspoes kwam te overlijden -na een ongeval- was ik ook een week van slag. Twee dierbaren die me nu nog steeds een verdrietig gevoel geven als ik aan hun overlijden denk.

Toen de begrafenis van opa achter de rug was, zijn we met de familie terug gekeerd naar het oude woonhuis van opa. Oma bleef achter in een huis waar ze de laatste tijd samen hadden gewoond. Er heerste een normale stemming, het overlijden werd niet verwacht, maar de hoge leeftijd waarop hij is overleden gaf een gevoel van acceptatie.

Er werd wat gesproken, gelachen en uiteindelijk kwam de vraag of iemand nog wat van opa zou willen hebben. Nee, dacht ik bij mezelf, ik hoef niks van opa, maar voordat mijn hoofd dit tegen zichzelf had gezegd, floepte er uit mijn mond ‘het brilletje’.

Het is een klein lees brilletje, ronde glazen, bruine rand rondom de glazen met zilverkleurige stangetjes. Ietwat verbogen, verre van mooi, maar het geeft een hoop lachende gezichten als ik hem even op zet.

En zo gebeurde het tientallen jaren geleden dat het brilletje van opa belande in mijn kast van de boerderij. Inmiddels heb ik een kamer gewijd aan mijn overleden opa. Een Drentse kamer binnen de boerderij, een kamertje waar ik elke avond eet tussen de spullen van vroeger.

Een oude tafel met rood tafelkleed, radio met draai knoppen, het zoutpotje, de wandelstok, emmers, schoenpoets, groene broodtrommel. Het is te veel om op te noemen, maar weet zeker dat een hoop lezers van dit artikel een stralend gezicht krijgen als ik ze mee terug neem in de tijd van toen, de tijd van koffie met Buisman hier bij ‘opa’ aan tafel.

Op die zelfde tafel ligt naast de pruttelpot het ronde brilletje. Nooit, maar dan echt nooit had ik gedacht dat deze bril in 2018 nog functioneel zou worden. Beetje naïef, maar ik had niet gedacht dat ook mijn zicht wonderbaarlijk snel achteruit kon gaan.

En zo gebeurde het, tijdens het eten aan de oude tafel en bij een tikkende pendule klok. Op de tafel staat een pan met bruine bonen, appelmoes en wat gebakken spekjes. Deksel, wat zou ik graag wat kruiden op deze spekjes hebben, speklapjes kruiden maken de smaak extra fijn.

Ik snuffel wat rond in de kast, vind er diverse kruiden, kip, vlees, gehakt en warempel ook nog een grote pot speklapjes kruiden. Aangezien mijn lichte allergie voor knoflook het niet toe laat om knoflook te eten, probeer ik de ingrediënten te achterhalen op deze grote pot speklapjes kruiden.

Nu mag de pot redelijk groot zijn, de letters zijn donders klein, te klein om nog te kunnen lezen. Ik mompel wat in mezelf en geïrriteerd met de achteruitgang van mijn ogen ga ik op zoek naar mijn mobiele telefoon.

Flits, een foto van het etiket, even inzoomen en op zoek naar het toverwoord ‘knoflook’. Veilig! Terug in de kamer schep ik met een grote ‘schepemmer’ de bonen op mijn bord, spekjes erdoor en rijkelijk wat kruiden zorgen ervoor dat ik met een glas karnemelk me prima vermaak.

Naast mijn bord staat het zoutpotje van opa, een glazen potje met een beschadigde rand. In gedachten zie ik opa met twee vingers wat extra zout uit het potje halen en over het eten doen. De blik van oma staat op onweer en ik weet welke woorden er uit oma’ s mond gaan komen. Geïrriteerd en met een boze blik volgde ze altijd met de woorden, ‘man, leer die kinderen dat toch niet aal’.

Maar het is niet het zoutpotje wat me triggert, nee, het is het brilletje die me afleidt van mijn bord met spekjes. Wat zou er gebeuren als ik heel even dat brilletje op zou zetten? Ik schiet in de lach, want ik zie de wereld aan voor een doedelzak. De klok lijkt wazig, de broodtrommel verdwijnt in de mist en in mijn hoofd lijken mijn hersenen te zijn vervangen door watjes. Alles zweeft.

Met het brilletje op mijn neus beweegt mijn hoofd wat rond door de Drentse kamer, tafel, klok, fornuis, speklapjes kruiden…. Krijg nou wat. Speklapjes kruiden, ik pak de pot vast en lees zonder er een foto van te maken de tekst op het potje.

Alsof ik tegen opa praat zeg ik hardop ‘jee, ik zie ineens wel veel meer’. Ik pak een oude krant, buig mijn hoofd iets voorover waardoor het brilletje van mijn neus glijdt. Snel vang ik het op en probeer opnieuw de tekst te lezen op dit oud stukje papier.

Donders nog aan toe, ik zie de vezels in het papier, de inkt die is weg gelekt in deze vezels. Nou begrijp ik opa, lezend in zijn rookstoel met het brilletje voor op zijn neus. Het is toch geweldig dat jaren na zijn overlijden ik opnieuw gelukkig kan zijn met iets wat toentertijd speciaal voor hem was gemaakt.

En zo kom ik daar waar ik wil zijn. Tijdens mijn werkzaamheden met overledenen, zie ik zo vreselijk veel brillen zinloos verdwijnen in het milieu. Brillen die worden begraven, die verdwijnen in een bodyseal of tijdens de crematie omgezet worden in giftige stoffen die we in de lucht via een filtersysteem verspreiden.

Laten we eerlijk zijn, wat heeft het voor meerwaarde deze brillen allemaal in de grond te stoppen of te verspreiden in de lucht. Waarom leveren we deze brillen niet in bij de verkooppunten, geef deze brillen een tweede leven voor mensen die ze zo hard nodig hebben, maar ze niet kunnen betalen.

Ik weet dat er inlever punten zijn, hier maken ze mensen in bijvoorbeeld de derde wereld blij met brillen zoals die van opa. Inmiddels ben ik zo ver dat ik het bespreekbaar maak bij de nabestaanden. Tot aan de uitvaart kan de bril gewoon op blijven, maar schenk het daarna eens aan iemand die er nog baat bij kan hebben.

En zo heb ik jullie mee genomen in een stukje van mijn privé. De liefde voor mijn opa, het huis waarin ik woon, de kamer waarin ik eet gecombineerd met de manier waarop ik probeer te lezen zonder bril.

Als ik opa kon vertellen dat zijn bril mij nu nog gelukkig maakt, dan weet ik zeker dat hij opnieuw enorm trots zou zijn op zijn kleinzoon. Liefde zit in kleine dingen, wie van jullie had gedacht dat ik gelukkig zou kunnen worden van een oude, lelijke ronde bril?

Indien je geïnteresseerd bent in mijn vak, kijk dan ook eens hier. Tot snel!

bril van opa