Print

Het raast wel eens door mijn hoofd, de duizenden overledenen die ik in mijn loopbaan inmiddels heb mogen verzorgen. Tot op de dag van vandaag doe ik dat met liefde en vol passie. Het maakt voor mij emotioneel niet zo veel uit wat de leeftijd van de overledene is, iedere overledene heeft wel een verhaal en dierbaren die hij of zij achter laat.

Natuurlijk zijn er momenten en overledenen die bepaalde herinneringen in me naar boven laten komen. Gezins drama’s zijn vaak gecompliceerd omdat je in vele gevallen met twee families te maken hebt, kinderen zijn binnen families erg beladen, maar ook een persoon van 80 die meer dan de helft van zijn leven heeft gedeeld met diegene die achter blijft is verre van een leuke bezigheid.

Tot nu toe kan ik goed afstand bewaren tot de persoon die is overleden. Niet dat ik een gevoelloos mens ben, maar ik probeer me niet af te vragen waarom iemand bijvoorbeeld jong is overleden, terwijl de ander boven de 100 mag worden. Nieuwsgierigheid iets wat in een mens zit, dat is voor mij zeker. Onlangs ben ik gevraagd om een lichaam te bergen bij een lijkvinding. Je ziet omstanders op alle mogelijke manieren proberen om er iets van mee te krijgen, misschien proberen ze zo veel mogelijk leed van de ander te zien of de geur van de dood op te snuiven. Verbazingwekkend was een oudere dame met haar hondje en een rollator, ze was zeker de brutaalste tussen alle omstanders. Ze drong zich door de menigte heen en vroeg op grote afstand met luide stem ‘wat is er aan de hand, mag ik weten wat er hier is gebeurd?’

Aan de ene kant vond ik het prachtig, vele nieuwsgierige omstanders en dan 1 oudere dame die gewoon vraagt wat ze wil weten. Stiekem geniet ik daar best van. De agent gaf op een subtiele manier aan dat ze er niks mee nodig had, waarna ze nog langzamer dan dat ze kwam weer vertrok met haar hoofd steeds kijkend in de richting van de kamer waarin we bezig waren.

Bij een zelfdoding wordt de drang om de reden te achterhalen soms nog extra versterkt. Er zijn altijd wel omstanders of hulpverleners die hardop de vraag stellen waarom hij of zij het heeft gedaan. Misschien een beetje te nuchter of zakelijk geef ik standaard het antwoord dat me dat niet bezig houdt. Het maakt me eerlijk gezegd ook niet zo veel uit. Mijn gedachten gaan uit naar de nabestaanden en ben voor mezelf niet echt bezig met de reden van de zelfdoding.

Als bekend is wie het slachtoffer is (identificatie) wordt er over gegaan tot de confrontatie. In sommige gevallen is de familie niet direct te bereiken en is er ruim voldoende tijd om het lichaam confrontatie-klaar te maken. Wassen, verzorgen en het lichaam zo opbaren dat eventuele verwondingen niet direct in het zicht vallen. Hier zit bij mij wel eens een knel punt.

Hoe ver kan en mag ik alvast het lichaam verzorgen, camoufleren of restaureren. Er is immers geen opdracht gegeven vanaf de familie en op dat moment weet ik helemaal niet of de familie het wel op prijs zou stellen dat er al is verzorgd. Misschien hadden ze bij de verzorging aanwezig willen zijn, of verwachten ze bij de confrontatie juist iemand die al volledig is gerestaureerd.

Ondanks dat een reconstructie van 4 uur door Special Death Care nog geen 350,- kost, moet het wel bespreekbaar worden gemaakt. Het zijn  lastige dingen die je open en eerlijk met de familie moet bespreken. Over geld wordt op zo’n moment vaker niet dan wel gesproken, terwijl dat wel een heel belangrijk punt zou kunnen gaan worden. Wie weet heeft de familie geen geld en dan is het toch uiterst vervelend als er ineens een ongevraagde factuur wordt gepresenteerd.

Door mijn jarenlange ervaring en de positieve contacten met de politie, de VOA (Verkeers Ongevallen Analyse), forensische opsporing en slachtofferhulp, weten we meestal op voorhand wel wie de factuur gaat betalen. Bij bijvoorbeeld een verkeersongeval is er wellicht iemand aansprakelijk en zal de verzekering de reconstructie gaan betalen. Hierdoor hoef je dit moeilijke gesprek niet te voeren op een zeer emotioneel moment.

Niet alles is te herstellen, soms missen er simpelweg lichaamsdelen, of is de beschadiging zo groot dat toonbaar opbaren niet meer mogelijk is. Toch hoeft dat niet altijd een probleem te zijn. Luisteren naar de nabestaanden, overleggen en duidelijk communiceren is wat me helpt bij het aanbieden van de mogelijkheden. Een vraag die ik altijd stel aan de nabestaanden, is wat de uiteindelijke ultieme wens is van de mensen die achter blijven. Een lichaam weer tot leven wekken kan ik niet helaas, maar om een thuis opbaring -wel of niet toonbaar- te realiseren lukt in goed overleg eigenlijk altijd wel.

Het hoeft van de familie ook niet altijd toonbaar. Het thuis kunnen hebben van het slachtoffer is vaak voldoende. Met enige regelmaat ‘verdwijnt’ een overledene in de vriezer. Een beetje subtielere ondernemer noemt het een ‘diep koeler’. Het resultaat blijft het zelfde, een bevroren lichaam die -ondanks tegen de soms ultieme wens van de nabestaanden- niet thuis is bij de familie.

Bij de overledene kunnen zijn, het kunnen aanraken en er tegen kunnen praten is voor velen een goede manier om het verlies te verwerken. Het mee denken met families, ondernemers en hulpverleners, ja…. daar zit mijn kracht.

Verminkt en afscheid