Print

Altijd als de telefoon gaat, dan springen mijn sensoren aan. Razendsnel vliegt er van alles door mijn hoofd. Dingen zoals het tijdstip en eventuele afspraken die ik nog heb staan. Waarschijnlijk een gevoel die velen met me kunnen delen. Een simpel telefoontje zou je dag immers volledig op zijn kop kunnen zetten.

Donderdag was ook zo’n dag. Een dag waarin je wat plannen maakt om wat ondernemers te bezoeken en in de avond gezellig uit eten te gaan. Net op het moment nadat de plannen zijn uitgesproken trilt er iets op het aanrecht. Even denk ik aan soort kortsluiting, maar realiseerde me vrij snel dat ik vergeten was om het geluid van mijn telefoon aan te zetten.

Ik zie in mijn display een telefoon nummer die ik niet herken. Dat maakt het heel eventjes extra spannend, want op dit moment weet ik dus niet naar welke regio ik misschien mag afreizen. Aangezien ik internationaal werk zou het over ver kunnen zijn. Stiekem is het voor vandaag een opluchting als ik een bekende stem aan de andere kant van de lijn hoor. Een stem met accent verbonden aan de regio waarin ik woon.

‘Edwin heb je tijd om ons te helpen’? Eigenlijk hoef ik niet na te denken en antwoord volmondig met een opgewekt ‘natuurlijk’. Op dit moment geen idee waarmee, maar deze ondernemer belt echt niet voor een vervuild laken. ‘Wij zijn hier bij een familie, vader is plotseling overleden en laat een demente vrouw en 3 zoons achter. Het is allemaal een beetje gecompliceerd omdat mevrouw niet alles meer begrijpt’.

Een beetje gek, maar zonder dat je de situatie of de familie kent, maak je toch een soort voorstelling van zaken. Je beeld je in hoe ze wonen en gebaseerd op niks zat die dementerende vrouw in mijn gedachten in een rolstoel. Niet zo’n elektrische, maar een rolstoel uit de jaren 80. Het huisje is denkbeeldig een aanleun woning, behorend bij een modern verzorgingstehuis.

Als ik eenmaal het adres heb opgeschreven, zit ik doorgaans binnen een half uur in de auto op weg naar de aanvrager. Wat ik nodig heb voor onderweg zijn wat slappe speculaas koekjes en koffiepoeder om een bakje koffie te kunnen zetten. Gemiddeld genomen zijn de meeste oproepen anderhalf uur rijden voor dat ik aankom op het opgegeven adres en in die tijd snoep ik graag iets.

Een beetje verbaasd was ik toen bleek dat er helemaal geen sprake was van een verzorgingstehuis, aanleun woning of rolstoel. Niets van dat. Een grote boerderij met bloemrijke oprijlaan, een vrolijke maar veel te dikke hond. Een hond die meer heeft van een bijzet tafeltje, dan van een gevaarlijke boef. Aangezien het vrij normaal is in deze omgeving om achterom te komen, rijd ik de wagen -over de met rode steentjes gemaakte inrit- naar achteren.

Er zwaait een blauw/ groene deur open aan de achterzijde van de boerderij. Ik zie de uitvaartleider op me af komen, zijn hoofd staat op de blik ’zorgen’. Net voordat ik uit de wagen wil stappen, zie ik dat de ondernemer met zijn nieuw gepoetste schoenen in een verse hondendrol stapt. Ik schater het uit. Zijn blik ‘zorgen’ verandert in een blik van irritatie. ‘Man maak je niet druk’ roep ik met een stralende glimlach. ‘Het is maar poep…’

Het ijs was gebroken, de ondernemer ziet er de humor wel van in. Waarschijnlijk had hij het ook even nodig. Soms neemt de stress of onmacht de situatie over, een situatie waarin je denkt geen controle meer te hebben.

Eenmaal binnen ontmoet ik de echtgenote. Ze lijkt me helder. De 3 zoons zijn verdrietig en knijpen - terwijl ik ze condoleer- stevig in mijn hand. Ik vertrek een beetje mijn gezicht, want tegen een grote boeren hand is mijn hand niet zo goed bestand. We staan met z’n zessen op de deel. De deel is een ruimte waarin de tractoren en de machines staan opgesteld. De hond snuffelt met een kwispelende staart wat aan de schoen van de ondernemer.

Het wordt me langzaam duidelijk. De boerderij is nog in bedrijf en moeders begrijpt niet dat pa er tussenuit is gesneakt. Een van de zoons neemt me apart en fluistert in mijn oor dat moeders niet alles begrijpt. ‘Moeder is dement, ze denkt dat pa slaapt en heeft alvast zijn krant klaar gelegd. Pa is in dit huis geboren en overleden’. Ineens gaat de deur open en roept moeders een beetje boos: ‘Ik heur oe wel hoor, ie denkt zeker dak gek bin?’

Ik loop naar haar toe en sla een arm om haar heen. ‘Nee mevrouw, wij hebben het over uw man. Uw man is overleden, begrijpt u wat ik zeg? Hij leeft niet meer’. Heel even lijkt ze het te bevatten. Ze kijkt wat naar de grond, geeft de hond een aai over de bol en over haar wang stroomt een traan.

Dit zijn van die momenten waarop ik alles uit de kast haal om het zo mooi mogelijk te laten verlopen. Mijn ogen speuren de deel af, op zoek naar een compromis. Hoe kan ik deze mensen extra helpen? Het is een oudere man, in dit huis geboren en overleden. Voor de achterblijvers is het belangrijk dat ze de tijd krijgen om afscheid te nemen.

In de tijd dat ik met de nabestaanden in gesprek ben, is de uitvaartondernemer wat op de achtergrond gebleven. Bij het zien van een tractor op de deel krijg ik een idee. Zonder te twijfelen gooi ik het in de groep. ‘Wat zou u er van vinden als we de tractor naar buiten rijden en mijn mobiele unit weer naar binnen rijden’? Het idee hierachter is dat hij pas uit dit huis hoeft op de dag van de uitvaart. Hier geboren, hier overleden, maar ook in huis verzorgd. Misschien helpt het moeders te begrijpen.

Helemaal uit het niets komt er vanuit moeders een opmerking die me wederom aan het denken zet. ‘Pa had een hekel aan kou, als hij hier naar de deel moet, dan moet hij zich warm kleden’. Ik neem heel even de ondernemer apart en vraag of thanatopraxie bespreekbaar is. Thanatopraxie is een behandeling waarbij we bloed vervangen door chemicaliën en zo in vele gevallen de overledenen ongekoeld kunnen opbaren.

Ik neem de zoons even apart. De ondernemer neemt de vrouw mee naar de keuken. Bij het betreden van de keuken zie ik dat hij de randjes van zijn schoen probeert af te vegen aan de mat. Opnieuw begin ik te grinniken.

Eerlijk en duidelijk leg ik uit aan de zoons welke opties ik kan aandragen en bespreek de thanatopraxie behandeling.  Mijn wagen is er volledig voor uitgerust om een thanatopraxie  behandeling op locatie te kunnen doen. Geen moment wordt er getwijfeld. Ze stemmen in met het plan om de tractor te verplaatsen en de voormalige ambu op de deel te rijden. Omdat het contact soepel verloopt vraag ik om zelf de tractor naar buiten te mogen rijden. Het zijn leuke herinneringen aan vroeger, een boerderij, werken met groot materiaal en stinken naar lekkende diesel.

Als de wagen op zijn plek staat sluiten de zoons de grote lompe deuren van de deel. Samen met de zoons halen we pa uit bed en met de brancard rijden we hem de gele wagen in . Een van de zoons grapt dat pa nog nooit eerder een gele tractor heeft gehad. Zijn grap maakt de sfeer ontspannen en een goed gevoel bekruipt me.

Ik sluit me op in de wagen en start de behandeling die in totaal ongeveer 2,5 uur in beslag gaat nemen. De uitvaartleider bespreekt in de tijd die ik nodig heb alvast de uitvaart en de kaarten. Aansluitend wordt het bed opgemaakt. Het bed waarop vader straks ongekoeld opgebaard gaat worden.

Terwijl ik bezig ben met de behandeling hoor ik telkens snuif geluiden rondom de wagen. Er schiet van alles door mijn hoofd. Een losse koe, ratten, muizen of zou moeders uit de keuken zijn ‘ontsnapt’? Ik besluit niet langer te wachten en open een deur van de wagen. Kwispelend staat daar dat bij zet tafeltje. Een hond die me aan de honden van mijn moeder doet denken. Lief, maar altijd te dik.

Bij het open doen van de deur probeert de hond in de wagen te komen. Zijn stijve gewrichten maken het onmogelijk om naar binnen te klimmen. Heel even twijfel ik, maar daarna besluit ik de hond te helpen. Ik doe mijn schort af, trek mijn witte jas uit en til de hond in de wagen. De tafel waarop de overledene ligt laat ik zakken. Snuffelend en kwispelend loopt de hond door de wagen. Er bereikt mij een emotioneel moment, zouden dieren werkelijk voelen wat er aan de hand is?

Met een beetje piepende geluiden staat hij naast zijn baasje. Zoals elke dierenliefhebber zou doen, begin ik tegen de hond te praten. Hij begrijpt het vast niet, maar ik vertel dat zijn baasje is overleden. Met een lik over het gezicht van de overledene verlaat de hond de wagen. Een moment waarvan mijn nekharen spontaan overeind gaan staan.

Ongeveer 3 uur later ligt vader op zijn eigen bed. Keurig gekleed in een warme trui en een dikke ribbroek op een kleine kamer. Moeders wordt begeleid door haar zoons. Als ze naast zijn bed staan begint moeders een heel verhaal te houden. Over hoe lief haar man was, hoe hard hij werkte en dat ze hem zal missen. Een van de zoons trekt het niet zo best. Hij verstopt zijn tranen, verbijt zijn lippen terwijl zijn handen trillen. ‘Ook mannen mogen huilen’ zeg ik tegen hem. Hij pakt me met zijn stevige handen veel te hard vast en schud me bij de schouders heen en weer.. Tranen rollen over zijn wangen, hij kijkt me aan en zegt dat hij eeuwig dankbaar is.

Terug in de keuken hangt een geur van verse koffie. De hond ligt voor de kachel op een kleedje, alsof er niets is gebeurd en alles de normaalste zaak van de wereld is. Moeders zet zeven kopjes op tafel en begint de koffie in te schenken. Ik zie de ondernemer verbaasd kijken. Zeven kopjes, dat is er eentje te veel. Als ze de koffie kan terug zet op het hitte plaatje, kijkt ze naar haar zoon en zegt: ‘Roep ie ons pa? Hij het nou lang genog sloapen’.

Special Death Care op locatie