Print

Ik had er al iets over gehoord, de geruchten gingen al rond via de app. ‘Heb je het al gehoord, er schijnt zich iemand van het leven te hebben beroofd. Weet jij meer?’ Terwijl ik dit lees vraag ik me in mijn hoofd af waarom een mens zo in elkaar zit, dat nieuwsgierigheid sommige drempels kunnen verlagen. Wat maakt het je beter om te weten of er iemand zelfmoord heeft gepleegd?  Waarom wordt de drang om het te weten zo groot dat ik er appjes over moet ontvangen.

Ik klik de app zonder te beantwoorden weg en vervolg mijn weg richting huis. Het is al weken nat buiten, de smalle binnenwegen maken er het door de bieten campagne niet beter op. Modder maakt de berm zacht en de regen zorgt er voor dat ik straks weer de wagen kan wassen. Net voordat ik de oprit op draai, toetert er een wagen. Ik schiet een beetje in de lach en denk aan wat me ooit verteld is door een goede vriend. Het leuke van een toeter is dat –zonder dat je de persoon ziet- vaak al weet of het een vriendelijk gebaar is, of iemand in de stress, boos of kwaad. Een eentonige klank, die aan de manier van gebruik laat weten hoe de ander zich voelt.

Er gaan drie dagen voorbij zonder dat ik terug denk aan de app over de zelfdoding. Een bericht rechtstreeks van een familie herinnert me weer terug aan de vraag of ik meer weet. Het bericht die ik ontvang is warrig en begrijp niet helemaal wat er wordt bedoeld. Iets met zelfdoding, een gezicht die beweegt en een vriezer. Ik twijfel geen seconde en besluit het nummer te bellen. Eigenlijk voordat de telefoon is over gegaan wordt er opgenomen met een zacht ‘Hallo’.

Nadat ik verteld heb wie ik ben, hoor ik het verhaal aan. Een huilende moeder vol verdriet verteld me dat haar dochter 3 dagen geleden is gevonden in de schuur. Ze had zich zelf van het leven beroofd en de buurman had haar gevonden. Vol aandacht laat ik haar het verhaal doen, luisteren wat er is gebeurd, maar zeker luisteren en proberen uit te zoeken waarom ze me benaderd. Om me beter te concentreren zet ik de muziek wat zachter, druk de telefoon dichter tegen mijn oor en luister vol aandacht.

De dame aan de andere kant van de lijn vervolgt haar verhaal. ‘Het was een lieve meid, maar ze had zo veel problemen, ze heeft voor de zelfdoding nog afscheid genomen van haar paard’. Omdat het gesprek niet daar komt waar ik naar toe wil stel ik de vraag maar iets directer. ‘Mevrouw, wat is de reden dat u mij heeft benaderd’? Ze raakt volledig overstuur en geeft de telefoon aan haar man. Hij komt direct ter zake. ‘We denken dat haar gezicht beweegt, maar dat zou niet kunnen want ze is al zeker 4 dagen dood. Nu wil de uitvaartleider haar naar de vriezer brengen, maar we willen haar tegen beter weten in graag thuis houden. Het is ons meisje’.

Dit zijn van die momenten die er ook bij mij even in hakken. Je voelt het verdriet van de ouders en tegelijkertijd de wanhoop van hun dochter. Mijn hersenen schakelen snel, zeer snel. Zelfdoding, paard, schuur en een bewegend gezicht. Eigenlijk kan dat maar 1 ding betekenen….. Maden.

Subtiel probeer ik uit te leggen dat ik de overledene zou moeten zien om een oordeel te kunnen geven over de mogelijkheden die ik zou kunnen bieden. Ik leg uit dat ik met een grote gele auto kom, met de tekst Special Death Care. Hij aarzelt geen moment en zegt dat dat de reden is dat ze rechtstreeks contact met me hebben gezocht. ‘U bent onze laatste hoop’ zegt hij met een bibberende stem.

Een uur later zit ik bij de familie aan tafel. De gespannen sfeer is voelbaar, je ruikt de dood in het huis. Een geur die je leert herkennen als je lang in het vak zit. Als ik het huis goed observeer zie ik hier en daar een blauw/ groene vlieg. Het bevestigt mijn vermoeden dat het waarschijnlijk gaat om maden die het gezicht kunnen  laten bewegen. Tijdens het gesprek staat de moeder op, loopt naar een kastje in de keuken, trekt een lade open en komt met een stuk verfrommeld stuk papier. ‘Dit is wat de politie heeft gevonden’ en geeft me het stukje papier. Rillingen gaan even over mijn rug omdat ik drommels besef dat het gaat om de afscheidsbrief.

In de riante woonkamer zie ik een witte kist. ‘Zou ik naar haar toe mogen’ vraag ik met duidelijke stem. De zakelijke kant komt bij me naar boven. Even het emotionele aan de kant, duidelijk communiceren, kijken of je wordt begrepen. Geen onzin, recht doorzee aangeven wat je voor de nabestaanden kunt betekenen. Een knikkend gebaar van moeder geeft me de bevestiging dat ik naar de kamer mag gaan.

In de witte kist ligt een jonge vrouw. Ook hier kijk ik vak-technisch naar de dingen die ik zie en ruik. Ingedroogde neus, ingedroogde vingers, blauw hoofd , groene waas rondom haar mond en wit suiker korrelige structuur in de ooghoeken en neus gaten.  Het is me duidelijk. De ontbinding is ingezet en het bewegen van het gezicht zijn maden die onderhuids aanwezig zijn.

Alles begint in te dalen en krijgt een plekje in mijn hoofd. Ze is op dit moment niet meer toonbaar maar de familie wil haar zo lang als het kan bij haar houden. Het advies van de uitvaartondernemer haar naar een vriezer te brengen begrijp ik, maar dat is niet de wens van de familie. De wens is haar thuis te houden en daar zet ik me dan volledig voor in.

Omdat ik de uitvaartleider goed ken, besluit ik contact te zoeken. Ik leg aan haar uit wat mijn bevindingen zijn, en dat ik volledig begrijp waarom ze heeft voorgesteld haar uit huis te halen. Op de vraag waarom ze geen bodyseal heeft voorgesteld aan de familie ontstaat een stilte van enkele seconden. ‘Bodyseal zeg je? Je bedoelt een bodybag?’ Het wordt me duidelijk dat ze niet volledig op de hoogte is van de technieken die ik de familie aan kan bieden. ‘Bodyseal is het lucht dicht en vloeistof dicht verpakken (sealen) van een lichaam. Je kunt haar dan niet meer zien, maar ze kan wel thuis blijven. Dit is immers wat de familie wenst. Ik kan dit thuis voor de familie doen’.

Omdat de uitvaartleider niet volledig op de hoogte is van deze techniek, besluit ik zelf te gaan overleggen met de familie. In alle rust ga ik het gesprek aan met beide ouders. De buurman heeft zich bij het gesprek gevoegd en steunt de vader door zijn hand op de schouder te leggen. Als duidelijk wordt dat ze thuis kan blijven, ontstaat er een volledig andere sfeer. Je ziet het aan de gezichten, het gedrag en de manier waarop er wordt gesproken dat er rust is gekomen. Een rust die lijkt alsof er iets is gewonnen.

Nadat de bodyseal is uitgevoerd leg ik alvast de deksel op de kist. Ik vraag of de ouders misschien zelf de kist willen sluiten door de knoppen in de kist te draaien. Een symbolische manier om afscheid te nemen. Even wordt ik week bij het zien dat ook de buurman een knop in de kist mag draaien. Ik verneem dat mijn zakelijke kant weer richting de emotionele kant gaat. Juist deze combinatie –het zakelijke gecombineerd met het emotionele- maakt dat ik het werk zo graag mag doen.  

Bodyseal Special Death Care