Print

Het is al aan het einde van de middag als bij mij de telefoon gaat. Er is door de huisarts een ICD verwijderd en de wond blijft lekken. De kleding en het bed van de overledene zitten onder het bloed. Als ik hoor dat de patiënt is overleden aan hartfalen gaan bij mij de alarmbellen rinkelen. Het is met regelmaat dan erg lastig om een wond vloeistof dicht te sluiten. Mijn hoofd ratelt als een bezetene, en probeer terwijl we aan de telefoon hangen een oplossing te bedenken om de familie uit deze onplezierige situatie te halen.

Ik laat de uitvaartondernemer contact zoeken met de familie, om te vragen of ik met mijn voormalige ambulance welkom ben om voor hun het probleem op te lossen. De familie stemt er zonder te twijfelen mee in en verwacht me over 2 uur. De wagen staat start klaar, en na het aan doen van mijn witte pak vertrek ik richting de familie. Onderweg gaat er van alles door mijn hoofd. Is er ruimte om te parkeren, is de familie aanspreekbaar, en bovenal rijst er de vraag: kan ik deze klus klaren. Ruim 2 uur later kom ik in het donker aanrijden. De navigatie zegt dat mijn doel is bereikt, terwijl ik bij mezelf denk dat mijn doel absoluut nog niet is bereikt. Mijn doel is immers om de familie gerust te stellen en er wacht mij nog een grote uitdaging.

De uitvaartondernemer heeft mijn komst besproken met de familie, er is zelfs al ruimte gemaakt om met de auto te kunnen staan. Dat is fijn, want zo kan ik direct beginnen waarvoor ik kom. De partner van de overledene doet de deur open. Ik zie iemand die vol zit van verdriet. ‘Ik zit in een horror film’ zegt ze. ‘Ik zou zo graag rust willen hebben en mijn wens is om hem in huis te houden’. Ik geef haar een hand en sla een arm om haar heen. ‘Kom, laten we naar hem toe gaan, dan kijk ik wat ik voor u kan betekenen’. Ze wijst me op de wond die de lekkage veroorzaakt.

Ik kijk vanuit mijn professionaliteit naar het lichaam, en focus me niet alleen op de wond. Lekkage uit de benen en armen (oedeem vocht), opgezwollen buik, verkleurd gezicht en inderdaad de kleding en het bed onder het bloed. Ik begrijp waarom ze zo verdrietig is. Uit ervaring weet ik dat de familie graag een duidelijk en eerlijk verhaal wil. Je hoeft niet te fluisteren, maar spreek uit wat de mogelijkheden zijn, en laat de keus aan de familie. Nog even denderen de woorden door mijn hoofd bij mijn binnenkomst. De woorden –mijn wens is om hem in huis te houden-. Ik haal nog eens diep adem, en begin met ietwat sprankelde ogen haar gerust te stellen. ‘Dit los ik voor je op! En omdat ik weet dat je hem graag in huis wilt houden, doen we de behandeling hier op zijn eigen bed’. Er komen tranen in haar ogen, ze bedankt me en zegt dat ze de rust terug begint te krijgen in haar lichaam.De familie laat me alleen met de overledene. Er ligt schone kleding en beddengoed klaar op een bankje. De kat gaat op de vensterbank zitten en houdt de wacht, tenminste, zo lijkt het op dit moment…

De opgezwollen buik is grotendeels de veroorzaker van alle problemen. Bacteriën die het lichaam op druk zetten veroorzaken lekkage uit alles. Nadat de buik middels een punctie weer acceptabel is geworden injecteer ik vloeistof in het lichaam die de bacterie groei af zullen remmen. Ik bekijk de wond van de defibrillator en zie dat deze door de arts gehecht is met een cosmetische steek. Helaas is dat niet vloeistof dicht en ik knip de wond opnieuw los. Met een pathologische steek sluit ik de wond. De poes begint te spinnen en loopt over de vensterbank heen en weer. De lamellen gaan hierdoor wijd open staan een heb er een hele klus aan de poes ervan te overtuigen dat dit niet de bedoeling is. Het wordt een kat en muis spel tussen mij en de poes. Nadat ik hardop begin te lachen kruipt ze op het laken die bedoeld is om straks op het bed te leggen. Het is een aangename afleiding.

Ik richt me weer op de overledene. Het lichaam is stabiel en de lekkages zijn verholpen. Het bed ga ik verschonen en zorg dat de overledene wordt gekleed in schone kleding. Met de laatste puntjes op de i, en een aai over de bol van de poes laat ik de familie weer de kamer in komen. Bij het zien van haar man rolt er een traan over haar wangen. Als ze haar tranen weg veegt vertel ik haar wat ik denk te verwachten de komende dagen en benadruk nog eens dat we niet kunnen ingrijpen in de natuur. Ze kijkt me aan met een opgelucht gezicht en bedankt me oprecht. Voordat ik vertrek wil de familie graag de mobiele unit zien. Terwijl ik mijn spullen in de wagen zet geef ik uitleg over mogelijkheden en inzetbaarheid van de wagen. Met een stevige hand vertrek ik huiswaarts, het is inmiddels richting de nacht.

Ongeveer 2 minuten na mijn vertrek gaat de telefoon, het is de familie. Ik denk direct in het negatieve en schrik omdat ik bang ben dat er opnieuw lekkage is. ‘Edwin, je bent de helft vergeten mee te nemen’. Oef, gelukkig, ik keer de wagen en ga opnieuw naar het adres. Bij de deur staat een familie lid met mijn vergeten spullen. Met de woorden ‘ze vinden je cool’ neem ik nogmaals afscheid.

Bij het opdraaien van een verlaten snelweg pruttelt mijn koffie in de wagen. Ik schenk mijn mok vol en laat de film nogmaals passeren. Opnieuw een dag waarin ik besef waarom ik het doe. Het maakt nabestaanden minder ongelukkig en het maakt mij blij…  (artikel is met toestemming van de familie geplaatst)

lijkvocht