Met zijn bijzondere bedrijf Special Death Care maakt Edwin Spieard uit Kopstukken het onmogelijke toch mogelijk. Hij geeft verminkte lichamen hun identiteit terug en zorgt dat nabestaanden afscheid kunnen nemen.

De bijna 50-jarige Edwin Spieard wilde als kind wel bij de politie of brandweer. ,,Maar toen ik me realiseerde hoe de maatschappij soms omgaat met onze hulpverleners, liet ik dat plan snel varen”, vertelt de inwoner van Kopstukken.

Automonteur op het kerkhof

Uiteindelijk ging hij op zijn 15de aan de slag in de werkplaats van een BMW-dealer. Hij werd monteur en besloot, toen het bedrijf overging in andere handen, dat het voor hem ook tijd werd voor iets nieuws.

,,Via een klant die werkzaam was in de uitvaartbranche, was ik weleens mee geweest als drager bij een uitvaart. En ja: ik vond ‘die wereld’ altijd spannend.” Hij bezoekt al jaren tijdens vakanties begraafplaatsen in landen als Rusland en Polen.

Prachtige plekken, vindt Spieard, vol bijzondere monumenten, duizenden kaarsjes en tiptop onderhouden. ,,Kerkhoven in Nederland zijn dan maar saai en aan banden gelegd door allerlei regels.”

Creatief in het politiemortuarium

Uiteindelijk ging hij aan het werk in een politiemortuarium. Hier leerde hij steeds meer op het gebied van dode lichamen, restauraties en lichamen weer toonbaar maken voor de nabestaanden. Spieard werkte mee aan landelijk bekende moordzaken.

,,Dat lijkt een groot verschil met wat ik eerst deed, maar net als in m’n werk als automonteur vergt ook dit creativiteit. Ik werk nu ook met gereedschappen en vloeistoffen.

Zie dat een schedel bijvoorbeeld altijd op dezelfde plek breekt. Je leert net als in de autotechniek snel dingen herkennen en daarvoor heb je dan een passende oplossing.”

Neus reconstrueren zonder emotie

Waar het gros van Nederland op zijn zachtst gezegd zou terugdeinzen bij het zien van een verminkt verkeersslachtoffer, gaat Spieard gemotiveerd aan de slag. ,,Als ik een neus moet reconstrueren, zie ik ook alleen die neus en niet een dood iemand.

Vooralsnog heeft emotie me in mijn werk nog nooit te pakken gekregen. Wanneer ik word opgeroepen om aan de slag te gaan met iemand die zichzelf heeft opgehangen, vraag ik me nooit af waarom. Dat interesseert me niet en dat moet je je in dit werk ook echt niet gaan afvragen. Ik denk na hoe ik het lichaam er voor de familie zo acceptabel mogelijk kan laten uitzien.”

Eigen bedrijf

Na een dienstverband van twaalf jaar begon Spieard voor zichzelf. Hij wilde vooruit, meer op zijn eigen manier werken. Z’n huidige bedrijf biedt een totaalplaatje van al het denkbare op gebied van postmortale zorg. Naast restauraties van verminkte lichamen biedt hij ondersteuning aan nabestaanden.

Zo begeleidt hij nabestaanden en hulpverleners bij identificatie en confrontatie, zoals bij de vliegramp met de MH17 in 2014. Ook is hij aangesloten bij de humanitaire hulporganisatie DeathCare Embalmingteam Germany.

Zorgen dat nabestaanden hun dierbare herkennen

Verder verwijdert hij pacemakers, defibrillatoren, trachea-stoma’s (onzichtbaar) en kan hij met een speciale techniek haren terugplaatsen na een sectie of schedeloperatie.

Om ontbindingsgeur tegen te gaan, kan Spieard het lichaam in een body seal plaatsen. Met een buikpunctie kan hij zwellingen van het lichaam laten afzwakken, met airbrush camouflagemake-up aanbrengen en thanatopraxie uitvoeren om een lichaam tijdelijk te conserveren.

,,Natuurlijk kan ik niet een zwaar verminkt iemand zijn of haar oude uiterlijk teruggeven. Wel zorg ik dat nabestaanden toch iets kunnen herkennen van hun dierbare en hierdoor berusting kunnen vinden.”

Op zijn website schijft Edwin Spieard diverse situaties van zich af. Zoals het volgende fragment.

Onbeschadigde vinger

In de kist zie ik nog een onbeschadigde vinger. De hand is verschrompeld, de huid van de arm is verdwenen en door de fikse zwelling (ontbinding) ziet de arm eruit als een gespierde arm van een bodybuilder.

Waarschijnlijk zal de familie de vinger kunnen herkennen en ik besluit me daarom hierop te focussen. De benen zijn gezwollen en het gezicht is onherkenbaar beschadigd. In de kist ligt tevens wat kleding, waarschijnlijk is dit uitgetrokken voor de schouw en de obductie.

Ik kijk naar het shirt, dit is intact en redelijk ongeschonden. Snel besluit ik het slachtoffer dit shirt aan te doen. Het is even lastig, een lichaam dat ontbonden is, slap, glibberig en dampend van de formaline. 

Met lakens of tule, weet ik het lichaam zo te presenteren dat alleen de intacte vinger van het slachtoffer is te zien. Een beetje een raar beeld denk je nu misschien, maar besef dat dit voor de familie een enorme opluchting zou kunnen zijn.

,,Voordat de familie de ruimte betreedt, leg ik uit wat er is te zien en te ruiken. Ik vraag ze uit te spreken wat ze voelen en wat ze denken. ‘Laat me niet raden wat er in je koppie speelt, maar spreek het uit.’ Als we hier vanavond afscheid nemen, moet er rust zijn in het hoofd en moet je geen vragen meer hebben.’’

Het oor

Als de familie de kamer betreedt komt de emotie los. De twijfel blijft, nabestaanden vallen elkaar in de armen en ik slik snel de brok in mijn keel naar beneden. Ik merk dat het zien van de vinger voor deze familie niet voldoende is, tranen overspoelen hun gezichten en zie dat ze meer bevestiging hadden verwacht.

‘U heeft mij beloofd te zeggen wat u denkt, dat zou ik nu graag van u willen horen’. Er heerst twijfel, stilte en ik hoor het tikken van mijn horloge in deze stilte. Spanning voor ons allen, rode gezichten, waterige ogen en trillende handen.

‘Ik herken hem niet, kunt u mij iets van het gezicht laten zien, alsjeblieft’? Heel even valt er een stilte, maar ik spring er direct op in door te zeggen dat ik daar mijn uiterste best voor ga doen. ‘Wat is voor u herkenbaar, waarmee kan ik u de bevestiging geven dat u deze persoon herkent’?

Een diep voorover zakkend gezicht fluistert in de ruimte met trillende lippen de woorden: ‘zijn oor’. De beelden van het slachtoffer schieten door mijn hoofd. Ik zie in gedachten een kaak, tanden, wenkbrauw en volgens mij zelfs een stuk oor.

Ik begeleid de familie naar een kamer en neem de tijd om het oor zo respectvol en zo mooi mogelijk te presenteren aan de nabestaanden. Luguber? Welnee. Dit is waar ze om vroeg en ik weet zeker dat het haar niet uitmaakt of het luguber zou zijn voor een ander. Zij wil de bevestiging en die krijgt ze hiermee.

Bij het zien van het oor (wat overigens in de kist is gepresenteerd als zijnde vastzittend aan het hoofd) stroomt de emotie uit haar ogen. Blijdschap vermengd met verdriet, herkenning en geruststelling. Man man man, wat zijn dit leuke momenten van mijn vak.

Altijd positief

Ondanks dat hij in het dagelijks leven erg op zichzelf is, staat hij voor zijn klanten, de nabestaanden meer dan klaar. ,,Ook al is mijn boodschap nog zo negatief, onze wegen scheiden altijd positief. Ik vraag ook altijd: ‘Is het goed wanneer ik nu vertrek?’ Ze moeten daar zelf klaar voor zijn.”

En dat vertrekken doet hij in zijn Special Death Care Mobile. Een omgebouwde ambulance die dienstdoet als rijdend mortuarium voorzien van alle gemakken om zijn werkzaamheden uit te voeren.

Edwin Special Death Care